Nieuws & blog
De laatste maanden merkte ik op dat er wat beweegt in de literatuur rond goal setting (doelen stellen). Het gekende en vaak gebruikte acroniem SMART komt onder vuur te liggen. SMART stelt dat je doelen Specifiek, Meetbaar, haalbaar (‘Achievable’), Realistisch en Tijdsgebonden moeten zijn. Vooral het specifieke karakter van doelen krijgt kritiek (vb. ‘Vandaag wil ik 1000 stappen meer zetten dan gisteren’). Net zoals ik steeds duidelijk maak dat sportpsychologie (als onderdeel van prestatiepsychologie) niet hetzelfde is als bewegingspsychologie (als onderdeel van gezondheidspsychologie), argumenteren onderzoekers dat specifieke doelen dan wel thuis horen in een prestatiecontext, maar misschien niet zozeer in een context voor bewegingspromotie. De logica is hier dat mensen die fysieke activiteit willen integreren in hun dagelijkse leven zijn eerder aan het leren, in plaats van te presteren, en dit vraagt een andere type van doelen stellen.
Zo argumenteren onderzoekers dat specifieke en uitdagende doelen (typisch in een prestatiecontext) op beginners negatieve effecten kunnen hebben, nl. meer stress, perceptie van falen, minder leren, … Eén experimentele studie toonde aan dat, hoewel het type doel niet uitmaakt voor de afgelegde afstand in een wandeling, het gebruiken van ‘open doelen’ (‘Kijk hoe ver je geraakt’) de beste psychologische effecten had op niet-actieve deelnemers, nl. meer interesse om nog eens te wandelen en een gevoel van vrijheid of autonomie. Deze nieuwe inzichten brengen zoals steeds ook nieuwe vragen. Terwijl we nu voorzichtig kunnen stellen dat niet-specifieke doelen beter werken voor beginnende bewegers, opent zich nu de discussie over welke niet-specifieke doelen we dan best gebruiken. Uit eerste onderzoek blijkt dat het beter is een open doel te gebruiken (‘Kijk hoe ver je geraakt’), dan ‘doe je best’-doelen of ‘ga zo ver als mogelijk’-doelen. Deze laatste zouden immers meer cognitieve inspanning vragen en minder zin geven een fysieke activiteit nogmaals te herhalen. En daar draait het in de bewegingspsychologie natuurlijk wel om: hoe kunnen we mensen helpen beweging aangenaam te vinden en het een vaste plek geven in hun dagelijkse routines? Bronnen: Swann, C., Rosenbaum, S., Lawrence, A., Vella, S., McEwan, D. & Ekkekakis, P. (2021). Updating goal-setting theory in physical activity promotion: a critical conceptual review, Health Psychology Review, 15:1, 34-50, DOI: 10.1080/17437199.2019.1706616 Swann, C. & Schweickle, M. & Peoples, G. & Goddard, S. & Stevens, C. & Vella, S. (2022). The Potential Benefits of Non-Specific Goals in Physical Activity Promotion: Comparing Open, Do-Your-Best, and As-Well-As-Possible Goals in a Walking Task. Journal of Applied Sport Psychology. 34. 384-408.10.1080/10413200.2020.1815100. Dit artikel maakte onderdeel uit van mijn nieuwsbrief. Wil je deze en meer onderwerpen rechtstreeks in je inbox? Schrijf je dan zeker in! 7 augustus 2022 las ik op VRT NWS een artikel over het gebruik van het geneesmiddel Ozempic als afslankmiddel. Na wat rondvraag hoorde ik mensen beweren dat ‘dit wel eens de gastric bypass zou kunnen vervangen!’. Een uitspraak die ik eerlijk gezegd zorgwekkend vind. Een reflectie vanuit mijn bril van de voedingspsychologie en een bezorgdheid over onze dieetcultuur.
Allereerst moeten we bij de sterke focus op vermageren steeds stilstaan bij wat we precies verliezen. Wat verklaart dat lagere cijfer op de weegschaal? Er zijn immers zoveel parameters om mee te spelen… Spreken we over vet, vocht, spiermassa, …? Te veel mensen kiezen al te graag voor de snelle winst, zonder stil te staan bij het grotere effect op het lichaam. Gewichtsverlies voor gezondheid is soms noodzakelijk, maar dat is steeds afhankelijk van o.a. je lichaamstype of vooraf bestaande aandoeningen (zoals bv. diabetes in het VRT artikel). We weten allemaal dat veel mensen vooral gewicht willen verliezen omwille van meer mentale aspecten. Het geloof dat ze dan ‘een betere versie van zichzelf’ zullen zijn, meer zelfvertrouwen zullen hebben, etc. Onderzoek toont helaas echter aan dat gewichtsverlies op zich niet veel positieve psychologische effecten heeft… Sterker nog, het herhaaldelijk nastreven van gewichtsverlies op zich heeft zelf aangetoonde risico’s voor het psychisch welbevinden! Mensen denken vaak ‘Ja, maar ik voel me toch beter?’. Dit is vaak een kortstondig effect, ook omwille van het feit dat men het gevoel heeft te voldoen aan externe druk om ‘fit en slank te zijn’. Een dieet is steeds een tijdelijke interventie op de ruimere levensstijl of voedingspatroon. De vaak gehoorde repliek: ‘Ja, maar als ik magerder ben ga ik veranderen’. Als X gebeurt, dan doe ik Y. Ik hoor het bij veel cliënten en argumenteer steeds hetzelfde: Wacht niet met leuke dingen doen tot je terug gelukkig bent (depressie), wacht niet met bewegen tot je pijnvrij bent (chronische pijn), wacht niet met leven tot je magerder bent… We zien steevast dezelfde trend. Eenmaal je alle inspanningen geleverd hebt, ben je kortstondig blij, laat je de riem wat losser en zo kom je vaak terug het gewicht er bij. En nee, continu de riem aanhouden is ook geen optie. De mythe rond wilskracht is misschien stof voor een volgende nieuwsbrief. Gewichtsverlies lijkt makkelijk(er) haalbaar met een middeltje als Ozempic. Maar dit is slechts één ding. Gezondheidsprofessionals die verder denken stellen zich ook vragen over gewichtsbehoud. Een onderliggende probleem en drijfveer voor het continu willen vermageren is ontevredenheid over het lichaam. Wanneer je een lager cijfer op de weegschaal ziet, dan is de lichaamstevredenheid of de lichaamsaanvaarding nog niet veranderd. Dit leidt tot vicieuze cirkels. Het gewicht op de weegschaal is misschien veranderd, maar de kern niet. Vanuit een fysiologisch oogpunt wordt gewichtsbehoud moeilijk gemaakt door verandering in hormonen, verlangen naar homeostasis van ons lichaam, veranderingen in energieverbranding, evolutionair geprogrammeerde neiging tot energiebehoud van ons lichaam, … Maar dan zijn er nog de psychologische aspecten die kunnen bijdragen tot blijvend gewichtsbehoud: werken rond het lichaamsbeeld, zelfwaarde, intrinsieke motivatie voor beweging en gezonder eten, gevoel van controle over het eigen gezondheidsgedrag, … Ja, Ozempic kan sterke resultaten hebben op vlak van gewichtsverlies, maar op vlak van gewichtsbehoud en impact op de mentale factoren die hierbij een rol spelen maak ik me enorme zorgen als dit simpele spuitje de gastric bypass zou gaan vervangen. Dit artikel maakte onderdeel uit van mijn nieuwsbrief. Wil je deze en meer onderwerpen rechtstreeks in je inbox? Schrijf je dan zeker in! Voedingspsychologie of de psychologie van ons eetgedrag en verandering in voedingspatronen blijft vaak helaas een onderbelicht aspect in begeleidingen bij voedingsdeskundigen en diëtisten. Is dit een verwijt? Neen, aangezien deze aspecten weinig of slechts kort aan bod komen in hun opleidingen.
Gisteren ging ik tijdens een sessie aan de slag met één van mijn atleten zijn nieuwste voedingsschema. Een prima voedingsschema, trouwens. Ik zal nooit inhoudelijk een voedingsschema tegenspreken. Ik ben immers een psycholoog en geen expert van de fysiologische effecten van voeding op het lichaam en sportprestaties. We zaten echter wel met een mentale uitdaging. De atleet keek naar dit prima voedingsschema en wist op voorhand al “dit hou ik niet vol”. Hij werd geconfronteerd met een demotiverende kloof tussen ‘Dit is waar ik nu sta’ en ‘Hier moet ik geraken’. Tal van aspecten waren niet aan bod gekomen tijdens de sessies bij de diëtiste, o.a. hoe evolueren en stap voor stap naar dit mooie doel toewerken, hoe de omgeving meekrijgen in dit verhaal, hoe omgaan met een suikerverslaving, …? Allemaal psychologische factoren die spelen in een succesvolle aanpassing naar een beter voedingspatroon. Faalt een dieet of aanpassing in voedingspatroon omdat het een slecht voedingsschema is? Nee. Vele mensen haken af omdat er te weinig rekening wordt gehouden met de psychologie van ons eetgedrag en gedragsverandering. Ik hoop in de toekomst nog vaker de brug te leggen tussen voeding en psychologie, zowel voor cliënten als voor voedingsdeskundigen. Wordt zeker vervolgd… Voor mijn derde blog van 2022 voor Gezond Sporten stond ik even stil bij de verschillende filters of 'cognitive distortions' die ons hoofd hanteert om informatie te verwerken. Deze hebben immers een impact over hoe we onze prestaties gaan evalueren of ze kleuren met welk gevoel we achterblijven na een workout.
Zo is ons hoofd een enorme toekomstvoorspeller en kan het al snel eens denken 'dat er deze wedstrijd toch niets gaat uitkomen'. Ons hoofd gaat ook sterk labelen. Het gooit termen als 'zwakkeling, luierik, opgever, ...' naar ons wanneer we eens een tegenvallende training hebben. Wil je nog meer filters leren kennen met voorbeelden en weten hoe je hiermee kan omgaan? Lees dan zeker de volledige blog op de website van Gezond Sporten Vlaanderen. |
InTROHerspenspinsels en updates. Vind je iets interessant? Deel, laat een opmerking achter of neem contact met me op! Via de thema's ontdek je posts die aansluiten bij jouw interesse. Meer updates rechtstreeks in je mailbox? Schrijf je hier in op mijn nieuwsbrief! Thema's
All
Archief
August 2024
|
LOCATIES:
|
CONTACT INFO- Boek een afspraak -
MAIL: [email protected] TEL.: +32(0)496/34 73 80 (laat zeker een voicemail na) Inschrijven op de nieuwsbrief |