media
media & Publicaties
Af en toe word ik gevraagd mijn opinie te geven of een gebeurtenis toe te lichten vanuit mijn expertises. Hieronder probeer ik een overzicht bij te houden van het eindresultaat van enkele van deze conversaties.
Ben je op zoek naar content voor je blog of podcast? Neem dan zeker contact op. In het verleden mocht ik gesproken of geschreven content creëren voor o.a. Sport Vlaanderen, Gezond Sporten, Sporta - Beweeg Meer, ziekenfondsen, sportfederaties, journalisten en bedrijven. Links naar gastblogs en podcasts waar ik te gast ben of eigen blogs die ik schreef voor op deze site of social media vind je hier.
Ben je op zoek naar content voor je blog of podcast? Neem dan zeker contact op. In het verleden mocht ik gesproken of geschreven content creëren voor o.a. Sport Vlaanderen, Gezond Sporten, Sporta - Beweeg Meer, ziekenfondsen, sportfederaties, journalisten en bedrijven. Links naar gastblogs en podcasts waar ik te gast ben of eigen blogs die ik schreef voor op deze site of social media vind je hier.
In de media:
02/01/2015 - VTM NIEUWS - NIEUWJAARSVOORNEMENS
https://nieuws.vtm.be/binnenland/122408-maar-1-op-10-houdt-voornemens-vol
19/01/2015 - HET LAATSTE NIEUWS - GEVAREN VAN TEVEEL SPELLETJES SPELEN IN TOPSPORT
hln_gevaren_van_teveel_spelletjes_bij_topsporten_20150119.pdf | |
File Size: | 161 kb |
File Type: |
23/05/2015 - HET NIEUWSBLAD - EXTREME SPORTEN
nieuwsblad_extreme_sporten_20150523.pdf | |
File Size: | 193 kb |
File Type: |
18/02/2017 - ZIZO ONLINE - VOETBAL & HOLIBISEKSUALITEIT
zizo-online_voetbal_en_holebiseksualiteit_20170218.pdf | |
File Size: | 285 kb |
File Type: |
13/07/2017 - SPORTMAGAZINE (KNACK) - WAT VOETBALSTERS OVER HEBBEN VOOR HUN SPORT
sportmagazine_wat_voetbalsters_over_hebben_voor_hun_sport_20170713.pdf | |
File Size: | 760 kb |
File Type: |
01/08/2017 - HET LAATSTE NIEUWS - ROL VAN SPORTPSYCHOLOGIE BIJ TOPSPORT
hln_sportpsychologie_algemeen_20170801.pdf | |
File Size: | 547 kb |
File Type: |
01/10/2018 - OZ Profiel - Sporten volhouden
ozprofiel_sporten_volhouden_201810.pdf | |
File Size: | 881 kb |
File Type: |
16/05/2019 - Het Nieuwsblad - Experts kritisch voor lange lijst adviezen door Hoge Gezondheidsraad
het_nieuwsblad_-_experts_kritisch_voor_lange_lijst_aanbevelingen_hoge_gezondheidsraad.pdf | |
File Size: | 101 kb |
File Type: |
02/09/2020 - Knack bodytalk - gebruik van muziek bij (recreatief) sporten
focus_knock_doping_door_de_oortjes.pdf | |
File Size: | 582 kb |
File Type: |
19/01/2021 - Het Nieuwsblad - Jeugd en beweging in coronatijden
07/06/2021 - SPORZA - Tips voor studenten om te blijven bewegen
website_media_sporza.docx | |
File Size: | 23 kb |
File Type: | docx |
16/06/2021 - FACEBOOK LIVE PArtena & Onafhankelijk Ziekenfonds
Permalink: https://www.facebook.com/watch/live/?v=4482306478486676&ref=watch_permalink
22/06/2021 - Artevelde Hogeschool - mentale gezondheid in esports
https://readymag.com/ahsjournalistiek/2832628/
22/07/2021 - Gazet van Antwerpen - familie en topsporters
20210720_gazet-van-antwerpen-kempen_p-7.pdf | |
File Size: | 605 kb |
File Type: |
10/08/2021 - Story - Help, mijn kind heeft talent!
story_-_help_mijn_kind_heeft_talent.pdf | |
File Size: | 5563 kb |
File Type: |
19/07/2021 - Gamechangers interview - Professionele esports player worden
09/01/2022 - 21Bis - Mentale gezondheid in sportwereld
media_21bis.pdf | |
File Size: | 206 kb |
File Type: |
08/2022 - Goed Gevoel - Muziek als je ultieme sportbuddy
goed_gevoel_-_sport___muziek.pdf | |
File Size: | 4584 kb |
File Type: |
29/08/2022 - Radio Joe.FM - Ouders & de keuze van de sportclub voor hun kinderen
radio_joe.fm_-_ouders_keuze_sportclub.m4a | |
File Size: | 2722 kb |
File Type: | m4a |
09/2022 - Radiozenders Joe.FM & Slam! - Effecten van muziek op het sporten
|
|
10/2022 - Gezond sporten - De sporter in een prestatiemaatschappij
ges-dag_winnen_is_de_bekronging_niet_het_doel_van_recreatieve_sport.pdf | |
File Size: | 4532 kb |
File Type: |
07/12/2022 - Nieuwsblad - Liefdeskoppels in dezelfde ploeg
Publicatie: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20221206_97734565 (plusartikel)
Nu al drie koppels bij Red Flames: “Maar op het veld is je lief een ploeggenoot zoals alle andere”
De Red Flames scoren niet alleen op het veld, maar ook in de liefde. Speelsters Tine De Caigny en Laura Deloose vormen al het derde koppel binnen de nationale voetbalploeg. Wat blijkt? Zo veel liefde kan het spel vooral ten goede komen.
Tommy Huyghebaert
07/12/2022 om 03:00
Met een foto waarvan de liefde afspat en de boodschap: “Mijn geluk”. Zo kondigden spits Tine De Caigny (25) en rechtsachter Laura Deloose (29), respectievelijk de Gouden Schoen van 2021 die tegenwoordig voor het Duitse Hoffenheim speelt en de Anderlechtspeelster, dinsdag hun relatie via Instagram aan.
Dat er heel wat koppels zijn binnen het vrouwenvoetbal is geen geheim in kleedkamers en daarbuiten. Maar drie binnen één nationaal team is toch opvallend. Al vormt het geen probleem voor bondscoach Ives Serneels dat hij een halve ploeg aan lieven kan oproepen, toch niet zolang zijn voetbalsters goed presteren op de grasmat. “Ik hoef in principe niet te weten of mijn speelsters een relatie hebben. Ik kijk toch maar alleen naar hun individuele sportieve prestaties. Voorlopig heb ik alleszins niet te klagen als je ziet wat wij de afgelopen jaren hebben gepresteerd.”
Over gemaakte afspraken wil de trainer van de Red Flames het niet hebben. Hetzelfde krijgen we te horen van kapitein Tessa Wullaert. Die laatste liet in het verleden wel al optekenen dat de ploeggenoten al deftig spraken over relaties binnen het team. “Ik vind het wel belangrijk dat de andere speelsters niet te veel merken van die relatie”, zei ze toen op de sportpagina’s van het Nieuwsblad. Ze liet in dat interview ook optekenen dat het koppel deel moet blijven uitmaken van de groep en zich niet mag afzonderen of dat ze als aanvoerder anders wel zou ingrijpen.
Volgens sportpsycholoog Jef Brouwers zijn sporters op dit niveau zodanig professioneel dat een relatie sportief niets in de weg staat. Dat bevestigt ook Nicky Evrard, doelvrouw bij OHL en de Red Flames. Zij vormt al een tijd een koppel met Shari Van Belle, haar ploeggenote bij OHL. De bondscoach selecteerde de twee in het verleden ook al samen voor de nationale ploeg, zoals hij ook al deed met het derde koppel: keeper Diede Lemey (Fortuna Sittard) en aanvalster Ella Van Kerkhoven (OHL). “Veel nieuwe ploeggenoten hebben pas na een tijdje door dat wij een koppel zijn”, zegt Nicky Evrard. “Je bent zodanig bezig met beter worden en met de tactiek, je focus ligt zodanig op dat voetbal, dat er op het veld en tijdens de voorbereidingen weinig tot geen tijd is om met je lief bezig te zijn. Op de voetbal is je lief dus gewoon een ploeggenoot zoals alle andere.”
Verbondenheid
Volgens sportpsycholoog Cedric Arijs is het belangrijk dat de koppels zelf goed hun rollen afbakenen. “Dat ze hun ergernissen en discussies van thuis niet meenemen naar het veld.” Zo haakte tennisser Alison Van Uytvanck vorig jaar bijvoorbeeld af voor de nationale tennisploeg nadat het tot een breuk kwam met haar ploeggenote Greet Minnen. “Maar het omgekeerde geldt volgens Arijs ook: dat onderlinge miscommunicatie tijdens een mindere match ook niet mag afstralen op een relatie tussen ploeggenoten.
Al moeten we het volgens de sportpsychologen vooral niet te veel hebben over de mogelijk negatieve impact van een koppel op een team. “Liefdesgeluk binnen een ploeg is vooral vaak een extra plus voor het hele team”, verduidelijkt Jef Brouwers. “Hoe meer verbonden spelers zijn onderling, des te meer ze willen spelen met en voor elkaar. Alles wat positief is, brengt goede resultaten met zich mee.”
Nu al drie koppels bij Red Flames: “Maar op het veld is je lief een ploeggenoot zoals alle andere”
De Red Flames scoren niet alleen op het veld, maar ook in de liefde. Speelsters Tine De Caigny en Laura Deloose vormen al het derde koppel binnen de nationale voetbalploeg. Wat blijkt? Zo veel liefde kan het spel vooral ten goede komen.
Tommy Huyghebaert
07/12/2022 om 03:00
Met een foto waarvan de liefde afspat en de boodschap: “Mijn geluk”. Zo kondigden spits Tine De Caigny (25) en rechtsachter Laura Deloose (29), respectievelijk de Gouden Schoen van 2021 die tegenwoordig voor het Duitse Hoffenheim speelt en de Anderlechtspeelster, dinsdag hun relatie via Instagram aan.
Dat er heel wat koppels zijn binnen het vrouwenvoetbal is geen geheim in kleedkamers en daarbuiten. Maar drie binnen één nationaal team is toch opvallend. Al vormt het geen probleem voor bondscoach Ives Serneels dat hij een halve ploeg aan lieven kan oproepen, toch niet zolang zijn voetbalsters goed presteren op de grasmat. “Ik hoef in principe niet te weten of mijn speelsters een relatie hebben. Ik kijk toch maar alleen naar hun individuele sportieve prestaties. Voorlopig heb ik alleszins niet te klagen als je ziet wat wij de afgelopen jaren hebben gepresteerd.”
Over gemaakte afspraken wil de trainer van de Red Flames het niet hebben. Hetzelfde krijgen we te horen van kapitein Tessa Wullaert. Die laatste liet in het verleden wel al optekenen dat de ploeggenoten al deftig spraken over relaties binnen het team. “Ik vind het wel belangrijk dat de andere speelsters niet te veel merken van die relatie”, zei ze toen op de sportpagina’s van het Nieuwsblad. Ze liet in dat interview ook optekenen dat het koppel deel moet blijven uitmaken van de groep en zich niet mag afzonderen of dat ze als aanvoerder anders wel zou ingrijpen.
Volgens sportpsycholoog Jef Brouwers zijn sporters op dit niveau zodanig professioneel dat een relatie sportief niets in de weg staat. Dat bevestigt ook Nicky Evrard, doelvrouw bij OHL en de Red Flames. Zij vormt al een tijd een koppel met Shari Van Belle, haar ploeggenote bij OHL. De bondscoach selecteerde de twee in het verleden ook al samen voor de nationale ploeg, zoals hij ook al deed met het derde koppel: keeper Diede Lemey (Fortuna Sittard) en aanvalster Ella Van Kerkhoven (OHL). “Veel nieuwe ploeggenoten hebben pas na een tijdje door dat wij een koppel zijn”, zegt Nicky Evrard. “Je bent zodanig bezig met beter worden en met de tactiek, je focus ligt zodanig op dat voetbal, dat er op het veld en tijdens de voorbereidingen weinig tot geen tijd is om met je lief bezig te zijn. Op de voetbal is je lief dus gewoon een ploeggenoot zoals alle andere.”
Verbondenheid
Volgens sportpsycholoog Cedric Arijs is het belangrijk dat de koppels zelf goed hun rollen afbakenen. “Dat ze hun ergernissen en discussies van thuis niet meenemen naar het veld.” Zo haakte tennisser Alison Van Uytvanck vorig jaar bijvoorbeeld af voor de nationale tennisploeg nadat het tot een breuk kwam met haar ploeggenote Greet Minnen. “Maar het omgekeerde geldt volgens Arijs ook: dat onderlinge miscommunicatie tijdens een mindere match ook niet mag afstralen op een relatie tussen ploeggenoten.
Al moeten we het volgens de sportpsychologen vooral niet te veel hebben over de mogelijk negatieve impact van een koppel op een team. “Liefdesgeluk binnen een ploeg is vooral vaak een extra plus voor het hele team”, verduidelijkt Jef Brouwers. “Hoe meer verbonden spelers zijn onderling, des te meer ze willen spelen met en voor elkaar. Alles wat positief is, brengt goede resultaten met zich mee.”
11/01/2023 - sporza - sportieve goede voornemens waarmaken
sporza_-_sportieve_goede_voornemens.pdf | |
File Size: | 150 kb |
File Type: |
04/2023 - Helan ziekenfonds - Heb jij last van het imposter syndrome?
helan_-_imposter_syndrome.pdf | |
File Size: | 1272 kb |
File Type: |
04/2023 - Campagne gezond sporten - depressie & TOPsport/beweging
Voor de jaarlijkse campagne van Gezond Sporten die dit jaar in het teken staat van depressie en topsport & depressie en beweging mocht ik met hen samenwerken om heel wat content te ontwikkelen:
Depressie & topsport:
Rol van beweging in de preventie en behandeling van depressie:
Depressie & topsport:
- Podcast: https://soundcloud.com/user-75314080/mentaal-welzijn-bij-topsporters-komt-niet-vanzelf
- Interview: https://gezondsporten.be/wiki/item/2023/04/07/Mentaal-welzijn-bij-topsporters-komt-niet-vanzelf
- Tips: https://gezondsporten.be/wiki/item/2023/04/07/Depressie-en-burn-out-voorkomen-als-topsporter
Rol van beweging in de preventie en behandeling van depressie:
- Podcast: https://soundcloud.com/user-75314080/is-lichaamsbeweging-een-alternatief-voor-antidepressiva
- Interview: https://gezondsporten.be/wiki/item/2023/04/07/Is-lichaamsbeweging-een-alternatief-voor-antidepressiva
- Tips: https://gezondsporten.be/wiki/item/2023/04/07/Beweging-als-behandeling-en-preventie-van-depressie
03/05/2023 - Nieuwsblad - over wereldkampioen snooker Luca Brecel
(Volledig artikel onder de foto)
Door journalist Tommy Huygebaert.
Geen echte sport maar een doorrookt caféspel, bovendien bijna alleen door dronken Britten gespeeld. Dat waren voor dit WK zowat de meest gehoorde commentaren van criticasters als het over snooker ging. Al lijkt Luca Brecel (28) met zijn wereldtitel dat tij eigenhandig te keren. Vlaanderen viel de laatste dagen massaal voor de sport met de keu en de 22 ballen in verschillende kleuren. Weinig mensen die maandagavond niet met hun gedachten in de magische snookertempel The Crucible in Sheffield zaten of die daags na de gewonnen finale het belang van de wereldtitel nog onderschatten. “Brecel leverde een waanzinnige en historische prestatie. Voor het Belgische snooker maar ook voor de Belgische sport in het algemeen”, zegt voormalig professioneel snookerspeler en huidig snookercommentator Bjorn Haneveer.
The Belgian Bullet, de Belgische kogel, is de eerste Europeaan van het vasteland die zich tot wereldkampioen snooker kroont. Tot nu was het de Angelsaksische wereld die de sport domineert. Het grootste gevaar voor hun alleenheerschappij komt de laatste jaren bovendien vooral uit China. , “Hier in België en in grote delen van Europa behandelen ze snooker al jaren stiefmoederlijkzegt Rupert Wittebols (65), bestuurslid en penningmeester van de Vlaamse Snookerfederatie. “De sport boomde wel in de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw, maar deemsterde daarna volledig weg. De televisiewereld toonde weinig tot geen aandacht, de snookerzalen overal te lande verdwenen en de overheid draaide de subsidiëringskraan dicht. Daardoor kon de jeugdwerking niet goed georganiseerd worden. Probeer dan maar eens talent te ontdekken. Maar kijk, heel af en toe komt ondanks alles toch iemand als Luca Brecel bovendrijven. Dat maakt deze prestatie nog meer historisch.”
Mentale druk
Als er vooral een ding door iedereen wordt bewonderd van Brecel, dan wel dat hij de afgelopen 17 dagen bleef presteren onder ongelooflijke mentale druk. In de slotsessie van de finale moest Brecel 50 minuten lang toekijken hoe zijn tegenstander Selby spelletje na spelletje won en zijn achterstand herleidde van 10–16 tot 15–16. “Die stoel waar je dan op zit als speler, voelt aan als een elektrische stoel. Daar wil niemand opzitten”, omschrijft Raymond Ceulemans het. Mister 100 werd in het biljarten 35 keer wereldkampioen, 48 keer Europees kampioen en 61 keer kampioen van België.
“Snooker is inderdaad een slopend wachtspel”, bevestigt sportpsycholoog Cedric Arijs. “Je moet lang wachten tot je aan de beurt komt, continu je plannen bijstellen door de acties van je tegenstander en je moet lijdzaam toekijken als je zelf niet aan zet bent. Het is een kwestie van als speler je focus vast te houden en je te beheersen als jij wel kunt spelen. Dan moet je er het maximale uithalen. Geen gemakkelijke opdracht, zeker niet met al die camera’s die nog eens op je ingezoomd staan. Dat ze elk detail, elke frons, in detail filmen, kan serieus in het kopje kruipen.” Volgens de kenners slaat dat onbewust op je handen en je keu of ga je foute beslissingen nemen.
Het is niet alleen de psychologische spelletjes van de tegenstander die snooker zo zwaar maakt, het is ook de hyperfocus die je moet behouden. “Een fietser zit op een fiets en moet gewoon zorgen dat hij als eerste aankomt. Dat is zo hard rijden als je kunt. Na een snookermatch ben je echter geestelijk kapot, het voelt dan aan alsof je honderden studieboeken hebt van buiten geleerd”, zegt Wittebols. “Het is ook schaken met ballen. Je moet continu drie à vier stappen verder durven denken. Maken dat je witte bal niet te goed ligt voor de tegenstander als je niet kunt potten en dat de witte bal wel goed ligt als je aan de beurt blijft.”
Wittebols maakt de druk er niet minder op. “Nu begint het echte professionele werk, de verwachtingen zijn hoog. Zeker omdat Brecel van de nieuwe generatie is. Ik zag nog nooit iemand zo aanvallend spelen in de finale. Luca kan de meer defensieve snookersport helpen veranderen.”
Geen echte sport maar een doorrookt caféspel, bovendien bijna alleen door dronken Britten gespeeld. Dat waren voor dit WK zowat de meest gehoorde commentaren van criticasters als het over snooker ging. Al lijkt Luca Brecel (28) met zijn wereldtitel dat tij eigenhandig te keren. Vlaanderen viel de laatste dagen massaal voor de sport met de keu en de 22 ballen in verschillende kleuren. Weinig mensen die maandagavond niet met hun gedachten in de magische snookertempel The Crucible in Sheffield zaten of die daags na de gewonnen finale het belang van de wereldtitel nog onderschatten. “Brecel leverde een waanzinnige en historische prestatie. Voor het Belgische snooker maar ook voor de Belgische sport in het algemeen”, zegt voormalig professioneel snookerspeler en huidig snookercommentator Bjorn Haneveer.
The Belgian Bullet, de Belgische kogel, is de eerste Europeaan van het vasteland die zich tot wereldkampioen snooker kroont. Tot nu was het de Angelsaksische wereld die de sport domineert. Het grootste gevaar voor hun alleenheerschappij komt de laatste jaren bovendien vooral uit China. , “Hier in België en in grote delen van Europa behandelen ze snooker al jaren stiefmoederlijkzegt Rupert Wittebols (65), bestuurslid en penningmeester van de Vlaamse Snookerfederatie. “De sport boomde wel in de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw, maar deemsterde daarna volledig weg. De televisiewereld toonde weinig tot geen aandacht, de snookerzalen overal te lande verdwenen en de overheid draaide de subsidiëringskraan dicht. Daardoor kon de jeugdwerking niet goed georganiseerd worden. Probeer dan maar eens talent te ontdekken. Maar kijk, heel af en toe komt ondanks alles toch iemand als Luca Brecel bovendrijven. Dat maakt deze prestatie nog meer historisch.”
Mentale druk
Als er vooral een ding door iedereen wordt bewonderd van Brecel, dan wel dat hij de afgelopen 17 dagen bleef presteren onder ongelooflijke mentale druk. In de slotsessie van de finale moest Brecel 50 minuten lang toekijken hoe zijn tegenstander Selby spelletje na spelletje won en zijn achterstand herleidde van 10–16 tot 15–16. “Die stoel waar je dan op zit als speler, voelt aan als een elektrische stoel. Daar wil niemand opzitten”, omschrijft Raymond Ceulemans het. Mister 100 werd in het biljarten 35 keer wereldkampioen, 48 keer Europees kampioen en 61 keer kampioen van België.
“Snooker is inderdaad een slopend wachtspel”, bevestigt sportpsycholoog Cedric Arijs. “Je moet lang wachten tot je aan de beurt komt, continu je plannen bijstellen door de acties van je tegenstander en je moet lijdzaam toekijken als je zelf niet aan zet bent. Het is een kwestie van als speler je focus vast te houden en je te beheersen als jij wel kunt spelen. Dan moet je er het maximale uithalen. Geen gemakkelijke opdracht, zeker niet met al die camera’s die nog eens op je ingezoomd staan. Dat ze elk detail, elke frons, in detail filmen, kan serieus in het kopje kruipen.” Volgens de kenners slaat dat onbewust op je handen en je keu of ga je foute beslissingen nemen.
Het is niet alleen de psychologische spelletjes van de tegenstander die snooker zo zwaar maakt, het is ook de hyperfocus die je moet behouden. “Een fietser zit op een fiets en moet gewoon zorgen dat hij als eerste aankomt. Dat is zo hard rijden als je kunt. Na een snookermatch ben je echter geestelijk kapot, het voelt dan aan alsof je honderden studieboeken hebt van buiten geleerd”, zegt Wittebols. “Het is ook schaken met ballen. Je moet continu drie à vier stappen verder durven denken. Maken dat je witte bal niet te goed ligt voor de tegenstander als je niet kunt potten en dat de witte bal wel goed ligt als je aan de beurt blijft.”
Wittebols maakt de druk er niet minder op. “Nu begint het echte professionele werk, de verwachtingen zijn hoog. Zeker omdat Brecel van de nieuwe generatie is. Ik zag nog nooit iemand zo aanvallend spelen in de finale. Luca kan de meer defensieve snookersport helpen veranderen.”
30/05/2023 - Nieuwsblad - over de titelstrijd van Antwerp in het voetbal
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230529_96381643 (+artikel)
Door Pieter-Jan Calcoen
Toen Mark van Bommel zondagmiddag na het 1-1-gelijkspel tegen Union de kleedkamer binnenstapte, stelde hij vast dat er tranen vloeiden bij verschillende spelers. Jelle Bataille stond dan weer de journalisten te woorden met trillende lippen - zo onderstoven was hij van wat zich net op de Bosuil had afgespeeld. Om maar te zeggen hoe groot de ontgoocheling was bij de Great Old. En da’s perfect te begrijpen - Antwerp stond op tien minuten van een historische dubbel -, maar tegelijk heeft het nog steeds als enige alles in eigen handen. Winnen op Genk en Antwerp is kampioen.
In zijn nabespreking legde Van Bommel daar de nadruk op. “Er is nog een herkansing”, vertelde hij zijn spelers. “Die had ik in 2010 niet toen ik met Nederland de WK-finale verloor van Spanje. Ook al wordt het nu moeilijker, we kunnen het nog afmaken. Ik weet niet of de jongens me gehoord hebben…”
Van Bommel probeerde zijn spelers dus meteen op te peppen, goed beseffend dat hij in de Cegeka Arena elf strijders nodig zal hebben om alsnog de titel te pakken - een punt zal wellicht niet volstaan. Maar is het überhaupt mogelijk om op één week tijd de knop om te draaien? “Wel als Antwerp vóór Union goed gewerkt heeft”, aldus sportpsycholoog Cedric Arijs. “Toen mocht niet uitsluitend de nadruk gelegd worden op het droomscenario - namelijk winst en een groot feest -, maar ook op de eventuele desillusie.”
Volgens onze informatie is dat daadwerkelijk gebeurd in Deurne Noord. Dat bleek ook uit de interviews: geen enkele speler wilde het vel van de beer al verkopen. Uit zelfbescherming, maar evengoed uit realisme, want Union kloppen: doe het maar.
Arijs vindt het positief dat de staf van Antwerp toegelaten heeft dat er in de vestiaire gehuild werd. “Vergelijk het met een fysieke cooling-down - dat is cruciaal om je spieren te laten herstellen. Emotioneel is dat net hetzelfde. Je mag dat niet onderdrukken, het is net nodig. Het is menselijk. Mocht je dat tegengaan, dan riskeert dat zich te wreken in de volgende wedstrijd. Dan kan er net nog meer spanning of druk zijn, terwijl je dat net wil vermijden. Het zal vanuit zichzelf al stresserend genoeg zijn.”
“Het is nu zaak om de speler individueel aan te pakken”, aldus de sportpsycholoog. “Iedereen heeft nood aan een andere benadering. Maar voetbal is uiteraard in eerste instantie een teamsport. En dus moet Antwerp ook aan het collectief aandacht aan besteden. Bij die analyse is het belangrijk dat men abstractie maakt van het resultaat tegen Union. De prestatie an sich is ook van tel. Was het voetbal dat Antwerp bracht zoals ze wilden? Was de vechtlust aanwezig? Zijn er werkpunten? Daar kun je concreet mee aan de slag richting de volgende match.”
Van Bommel was op dat gebied positief: “Ik kan de jongens niks verwijten. Ze hebben de discipline getoond om het plan uit te voeren. Onze ideeën waren goed. Behalve bij het tegendoelpunt - dat was zelfs geen kans, maar dat maakte niet uit - hebben we geen fouten gemaakt.”
Ook de RAFC-coach zelf niet? Er was achteraf commotie over de wissel van Vincent Janssen. Hij moest met een pijntje naar de kant, maar Van Bommel bracht in zijn plek geen aanvaller, wel middenvelder Mandela Keita. Was dat louter een zet om de voorsprong te consolideren? En was dat wel verstandig?
Van Bommel was het niet eens met die bedenking: “We zijn wel op zoek gegaan naar de 2-0. Het is trouwens niet zo dat het tegen een man minder automatisch makkelijker wordt. Het is soms zelfs moeilijker, want de tegenstander gaat anders voetballen.”
Het moet gezegd: ook bij Van Bommel was het duidelijk zichtbaar dat hij een klap had gekregen. Dat wilde hij ook niet verbergen - “Het is lastiger dan vorige week, toen we na de dreun op Club alsnog goed nieuws kregen door het gelijkspel tussen Union en Genk” -, maar volgens Arijs is het niet nodig om nu plots te gaan doemdenken. “Als op voorhand de juiste dingen gedaan zijn, is het voor Antwerp perfect mogelijk om tegen Genk op te staan - ze hebben er de spelers en het niveau voor. Ik verwacht dat de batterijen opgeladen zullen zijn.”
Het wordt deze week sowieso de boodschap van Van Bommel richting zijn spelersgroep: de landstitel ligt nog altijd binnen handbereik. Al is er in vergelijking met de eerste matchbal wel een groot verschil: lukt het tegen Genk niet, dan is het onherroepelijk voorbij. Er is geen tweede kans meer…
Toen Mark van Bommel zondagmiddag na het 1-1-gelijkspel tegen Union de kleedkamer binnenstapte, stelde hij vast dat er tranen vloeiden bij verschillende spelers. Jelle Bataille stond dan weer de journalisten te woorden met trillende lippen - zo onderstoven was hij van wat zich net op de Bosuil had afgespeeld. Om maar te zeggen hoe groot de ontgoocheling was bij de Great Old. En da’s perfect te begrijpen - Antwerp stond op tien minuten van een historische dubbel -, maar tegelijk heeft het nog steeds als enige alles in eigen handen. Winnen op Genk en Antwerp is kampioen.
In zijn nabespreking legde Van Bommel daar de nadruk op. “Er is nog een herkansing”, vertelde hij zijn spelers. “Die had ik in 2010 niet toen ik met Nederland de WK-finale verloor van Spanje. Ook al wordt het nu moeilijker, we kunnen het nog afmaken. Ik weet niet of de jongens me gehoord hebben…”
Van Bommel probeerde zijn spelers dus meteen op te peppen, goed beseffend dat hij in de Cegeka Arena elf strijders nodig zal hebben om alsnog de titel te pakken - een punt zal wellicht niet volstaan. Maar is het überhaupt mogelijk om op één week tijd de knop om te draaien? “Wel als Antwerp vóór Union goed gewerkt heeft”, aldus sportpsycholoog Cedric Arijs. “Toen mocht niet uitsluitend de nadruk gelegd worden op het droomscenario - namelijk winst en een groot feest -, maar ook op de eventuele desillusie.”
Volgens onze informatie is dat daadwerkelijk gebeurd in Deurne Noord. Dat bleek ook uit de interviews: geen enkele speler wilde het vel van de beer al verkopen. Uit zelfbescherming, maar evengoed uit realisme, want Union kloppen: doe het maar.
Arijs vindt het positief dat de staf van Antwerp toegelaten heeft dat er in de vestiaire gehuild werd. “Vergelijk het met een fysieke cooling-down - dat is cruciaal om je spieren te laten herstellen. Emotioneel is dat net hetzelfde. Je mag dat niet onderdrukken, het is net nodig. Het is menselijk. Mocht je dat tegengaan, dan riskeert dat zich te wreken in de volgende wedstrijd. Dan kan er net nog meer spanning of druk zijn, terwijl je dat net wil vermijden. Het zal vanuit zichzelf al stresserend genoeg zijn.”
“Het is nu zaak om de speler individueel aan te pakken”, aldus de sportpsycholoog. “Iedereen heeft nood aan een andere benadering. Maar voetbal is uiteraard in eerste instantie een teamsport. En dus moet Antwerp ook aan het collectief aandacht aan besteden. Bij die analyse is het belangrijk dat men abstractie maakt van het resultaat tegen Union. De prestatie an sich is ook van tel. Was het voetbal dat Antwerp bracht zoals ze wilden? Was de vechtlust aanwezig? Zijn er werkpunten? Daar kun je concreet mee aan de slag richting de volgende match.”
Van Bommel was op dat gebied positief: “Ik kan de jongens niks verwijten. Ze hebben de discipline getoond om het plan uit te voeren. Onze ideeën waren goed. Behalve bij het tegendoelpunt - dat was zelfs geen kans, maar dat maakte niet uit - hebben we geen fouten gemaakt.”
Ook de RAFC-coach zelf niet? Er was achteraf commotie over de wissel van Vincent Janssen. Hij moest met een pijntje naar de kant, maar Van Bommel bracht in zijn plek geen aanvaller, wel middenvelder Mandela Keita. Was dat louter een zet om de voorsprong te consolideren? En was dat wel verstandig?
Van Bommel was het niet eens met die bedenking: “We zijn wel op zoek gegaan naar de 2-0. Het is trouwens niet zo dat het tegen een man minder automatisch makkelijker wordt. Het is soms zelfs moeilijker, want de tegenstander gaat anders voetballen.”
Het moet gezegd: ook bij Van Bommel was het duidelijk zichtbaar dat hij een klap had gekregen. Dat wilde hij ook niet verbergen - “Het is lastiger dan vorige week, toen we na de dreun op Club alsnog goed nieuws kregen door het gelijkspel tussen Union en Genk” -, maar volgens Arijs is het niet nodig om nu plots te gaan doemdenken. “Als op voorhand de juiste dingen gedaan zijn, is het voor Antwerp perfect mogelijk om tegen Genk op te staan - ze hebben er de spelers en het niveau voor. Ik verwacht dat de batterijen opgeladen zullen zijn.”
Het wordt deze week sowieso de boodschap van Van Bommel richting zijn spelersgroep: de landstitel ligt nog altijd binnen handbereik. Al is er in vergelijking met de eerste matchbal wel een groot verschil: lukt het tegen Genk niet, dan is het onherroepelijk voorbij. Er is geen tweede kans meer…
28/06/2023 - Knack - Impact van sport op je mentaal welzijn
knack_sporten_en_mentaal_welzijn.pdf | |
File Size: | 161 kb |
File Type: |
20/07/2023 - Nieuwsblad - over van aert & zijn keuze om uit de tour te stappen
31/08/2023 - VRT - over emoties rond het kusincident na het WK vrouwenvoetbal
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/08/30/spaanse-voetbalster-hermoso/
vrt_-_emoties_bij_kusincident.pdf | |
File Size: | 191 kb |
File Type: |
04/09/2023 - HLN/Nieuwsblad - Over ultrasport en de prestatie van Matthieu Bonne
nieuwsblad_-_ultrasporten.pdf | |
File Size: | 678 kb |
File Type: |
10/2023 - Helan Ziekenfonds - als je huisgenoot mentale problemen heeft
helan_mentale_probleem_bij_huisgenoot.pdf | |
File Size: | 177 kb |
File Type: |
15/01/2024 - Radio 2 Benebene - sporten na je loopbaan
Interview vanaf 1:22:45:
https://www.vrt.be/vrtmax/luister/radio/r/radio2-benebene-klaarwakker~120-13/radio2-benebene-klaarwakker~120-6873-0/
https://www.vrt.be/vrtmax/luister/radio/r/radio2-benebene-klaarwakker~120-13/radio2-benebene-klaarwakker~120-6873-0/
21/01/2024 - De Zondag - Campagnekrant Sport Vlaanderen - Meer tijd voor sport
dz_campagnekrant.pdf | |
File Size: | 774 kb |
File Type: |
07/02/20224 - Het Nieuwsblad - Werkt dat wel?! Over 5-minuten workouts
Kun je echt je conditie verbeteren door 5 minuten work-out?Elke week leggen we een gezondheidsclaim onder de loep. Werkt dat eigenlijk wel? Deze week: de 5 minuten work-out.
Peter Van Dyck
“Tijdsefficiënt wondermiddel om fit te blijven”
“Hetzelfde positieve effect als een uur matig bewegen”
“Erg effectief voor je vetverbranding en spieropbouw”
Het zijn allemaal claims die circuleren over de 5 minuten work-out. Van ultrakort intensief sporten zou je fysiek flink verbeteren. Maar is dat echt zo?
Enkele jaren geleden werd een work-out van 7 minuten gepromoot, nadien werden het er 6 en nu zitten we al aan 5 minuten. Kun je in die beperkte tijd wel aan je conditie te timmeren?
“Alles hangt af van de toestand waarin je eraan begint”, stelt professor Bart Roelands van de onderzoeksgroep Menselijke Fysiologie en Sportkinesitherapie van de VUB. “Hoe beter je getraind bent, hoe minder groot het effect zal zijn. Met de korte prikkels die de 5 minuten work-out je geeft, ga je je conditie niet verder optimaliseren. Maar als iemand die nooit sport ermee start, kun je dat enkel positief noemen. Iets doen is beter dan niets. Het is een goede tool voor mensen die te weinig tijd hebben om veel te bewegen, maar ideaal is het zeker niet. Er zullen altijd betere resultaten geboekt worden als je het combineert met langere cardiotrainingen. Beperk je je toch tot zo’n korte work-out, zie er dan op toe dat je erop vooruit gaat. Het aantal keren dat je kunt pompen, moet bijvoorbeeld toenemen of je maakt de oefening moeilijker door een gewichtje op je rug te leggen.“
“Ik merk toch een race to the bottom”, nuanceert sportpsycholoog en gezondheidscoach Cedric Arijs. “De vraag lijkt wel: hoe kunnen we een zo goed mogelijke work-out hebben in zo weinig mogelijk tijd? We moeten stilstaan bij het beeld van beweging dat je daarmee schept. Vaak wordt het tijdsgebrek aangehaald als argument, maar studies tonen aan dat we niet noodzakelijk te weinig tijd hebben. Het is een kwestie van perceptie: we hebben wel tijd, maar we verkiezen die anders te besteden. We gaan liever een uur voor tv zitten dan een uur wandelen.”
Als psycholoog kijkt Arijs ook naar de motivatie. Zeker beginners vinden intensieve inspanningen eerder onaangenaam. “In studies die ook rekening houden met het mentale aspect zien we dat mensen die de work-outs op eigen houtje doen, dus niet onder begeleiding, minder intensief gaan bewegen dan voorgeschreven, waardoor de fysiologische effecten dus ook minder sterk worden. Op langere termijn zien we zelfs dat die mensen de korte work-outs niet zo lang volhouden. Dan denk ik: wat ben je met snelle resultaten als je de oefensessies niet volhoudt en ze dus even snel weer verdwijnen?”
Wat is dan het alternatief?
“Ik ben een grote voorstander van stapsgewijs opbouwen”, zegt Cedric Arijs. “Ik raad mensen ook aan om op zoek te gaan naar een activiteit die ze leuk vinden. Zo heb ik al mensen gehad die liefst teruggrijpen naar speelse bewegingen uit hun jeugd, zoals hoelahoepen en touwtjespringen. Mensen worden zó hard beïnvloed door marketing en sociale media. Dan zeggen ze: ‘Ik heb gelezen dat High Intensity Interval Training de beste methode is om af te vallen, maar is badminton ook oké?’. Het antwoord is volmondig ja.”
De term is gevallen: High Intensity Interval Training (HIIT). De 5 minuten work-outs zouden daar een afgeleide van zijn. Maar zit HIIT niet anders in elkaar? Daar gaat het toch om intervaltrainingen waarbij je intensieve oefeningen afwisselt met rustmomenten?
“Dat is inderdaad een ander principe”, bevestigt inspanningsfysioloog Bart Roelands. “Er zijn veel variaties mogelijk. De intensiteit hangt ook af van het soort oefeningen. Het draait bij 5 minuten work-outs, net als bij HIIT, om kortdurende inspanningen aan relatief hoge intensiteit. Het verschil is dat je bij HIIT die oefeningen herhaalt.”
Welke oefeningen zijn intensief genoeg?
Wat in de beschrijvingen van de 5 minuten work-outs vaak terugkomt, zijn opwarmingsoefeningen (zoals touwtjespringen), opdrukoefeningen, squats (hurken en weer opstaan), crunches (buikspieroefeningen en de plank) en burpees (combinatie van springen en opdrukken). Soms ook de trap oplopen.
“Met burpees en touwtjespringen kun je op korte tijd je lichaam behoorlijk in het rood laten gaan”, oordeelt Bart Roelands. “De plank is dan weer niet intensief genoeg. Het probleem is ook dat je daar snel in evolueert. Al gauw kun je dat meer dan een minuut volhouden, maar dan neem je al direct een hap uit je vijf minuten. Met push-ups ga je je bovenlichaam wel versterken, maar raak je niet aan je cardiovasculair systeem, wat je wel hebt met rope skipping.”
Klopt het dat 5 minuten intensief trainen hetzelfde effect heeft als een uur matig bewegen?
“Dat is inderdaad een bewering die je soms hoort, maar ik denk dat er nog meer onderzoek nodig is om dat te kunnen staven”, luidt het antwoord van professor Roelands.
Als het specifiek over vetverbranding gaat: door de extreme intensiteit zouden de korte work-outs daarvoor effectiever zijn dan de lange cardiotrainingen?
“Dat betwijfel ik. Je gaat de stofwisseling wel versnellen, maar dat zal niet in vergelijking zijn met wat je met langdurige trainingen bereikt. Hetzelfde geldt voor de spieropbouw”, zegt de inspanningsfysioloog.
Kun je het als een goed extraatje beschouwen op dagen dat je niet aan sporten toe komt?
Bart Roelands: “Dat is dus ideaal. Hoe laat ik ook opsta, ik doe ’s ochtends altijd eerst oefeningen. Dan ben je eens zo wakker en gestimuleerd als je aan het werk gaat. Het voordeel is dat je het altijd en overal kan doen. De reclamepauzes tussen tv-programma’s duren al makkelijk vijf minuten. Gebruik die om even fysiek bezig te zijn, zou ik zeggen.”
Cedric Arijs: “Als je een fervente sporter bent die vaak gaat lopen of fietsen, kan zo’n korte work-out een prima alternatief zijn op een regenachtige dag.”
Zijn er door de hoge intensiteit risico’s op blessures?
“Mensen die sukkelen met de gezondheid en bijvoorbeeld hartproblemen hebben, kunnen er beter mee oppassen”, stelt professor Roelands. “In dat geval zou ik toch eerst bij de behandelende arts aftoetsen of het wel een goed idee is. Het risico om de spieren te belasten, zal wel meevallen. Je moet zelf wat aanvoelen hoe ver je kunt gaan. Eerst goed opwarmen maakt alvast een verschil.”
Conclusie?
Voor wie totaal niet sport, kan een 5 minuten work-out een opstapje zijn naar meer. Zodra je het combineert met langere trainingen zul je veel betere resultaten boeken.
Dus werkt het zoals beloofd? EERDER NIET
Peter Van Dyck
“Tijdsefficiënt wondermiddel om fit te blijven”
“Hetzelfde positieve effect als een uur matig bewegen”
“Erg effectief voor je vetverbranding en spieropbouw”
Het zijn allemaal claims die circuleren over de 5 minuten work-out. Van ultrakort intensief sporten zou je fysiek flink verbeteren. Maar is dat echt zo?
Enkele jaren geleden werd een work-out van 7 minuten gepromoot, nadien werden het er 6 en nu zitten we al aan 5 minuten. Kun je in die beperkte tijd wel aan je conditie te timmeren?
“Alles hangt af van de toestand waarin je eraan begint”, stelt professor Bart Roelands van de onderzoeksgroep Menselijke Fysiologie en Sportkinesitherapie van de VUB. “Hoe beter je getraind bent, hoe minder groot het effect zal zijn. Met de korte prikkels die de 5 minuten work-out je geeft, ga je je conditie niet verder optimaliseren. Maar als iemand die nooit sport ermee start, kun je dat enkel positief noemen. Iets doen is beter dan niets. Het is een goede tool voor mensen die te weinig tijd hebben om veel te bewegen, maar ideaal is het zeker niet. Er zullen altijd betere resultaten geboekt worden als je het combineert met langere cardiotrainingen. Beperk je je toch tot zo’n korte work-out, zie er dan op toe dat je erop vooruit gaat. Het aantal keren dat je kunt pompen, moet bijvoorbeeld toenemen of je maakt de oefening moeilijker door een gewichtje op je rug te leggen.“
“Ik merk toch een race to the bottom”, nuanceert sportpsycholoog en gezondheidscoach Cedric Arijs. “De vraag lijkt wel: hoe kunnen we een zo goed mogelijke work-out hebben in zo weinig mogelijk tijd? We moeten stilstaan bij het beeld van beweging dat je daarmee schept. Vaak wordt het tijdsgebrek aangehaald als argument, maar studies tonen aan dat we niet noodzakelijk te weinig tijd hebben. Het is een kwestie van perceptie: we hebben wel tijd, maar we verkiezen die anders te besteden. We gaan liever een uur voor tv zitten dan een uur wandelen.”
Als psycholoog kijkt Arijs ook naar de motivatie. Zeker beginners vinden intensieve inspanningen eerder onaangenaam. “In studies die ook rekening houden met het mentale aspect zien we dat mensen die de work-outs op eigen houtje doen, dus niet onder begeleiding, minder intensief gaan bewegen dan voorgeschreven, waardoor de fysiologische effecten dus ook minder sterk worden. Op langere termijn zien we zelfs dat die mensen de korte work-outs niet zo lang volhouden. Dan denk ik: wat ben je met snelle resultaten als je de oefensessies niet volhoudt en ze dus even snel weer verdwijnen?”
Wat is dan het alternatief?
“Ik ben een grote voorstander van stapsgewijs opbouwen”, zegt Cedric Arijs. “Ik raad mensen ook aan om op zoek te gaan naar een activiteit die ze leuk vinden. Zo heb ik al mensen gehad die liefst teruggrijpen naar speelse bewegingen uit hun jeugd, zoals hoelahoepen en touwtjespringen. Mensen worden zó hard beïnvloed door marketing en sociale media. Dan zeggen ze: ‘Ik heb gelezen dat High Intensity Interval Training de beste methode is om af te vallen, maar is badminton ook oké?’. Het antwoord is volmondig ja.”
De term is gevallen: High Intensity Interval Training (HIIT). De 5 minuten work-outs zouden daar een afgeleide van zijn. Maar zit HIIT niet anders in elkaar? Daar gaat het toch om intervaltrainingen waarbij je intensieve oefeningen afwisselt met rustmomenten?
“Dat is inderdaad een ander principe”, bevestigt inspanningsfysioloog Bart Roelands. “Er zijn veel variaties mogelijk. De intensiteit hangt ook af van het soort oefeningen. Het draait bij 5 minuten work-outs, net als bij HIIT, om kortdurende inspanningen aan relatief hoge intensiteit. Het verschil is dat je bij HIIT die oefeningen herhaalt.”
Welke oefeningen zijn intensief genoeg?
Wat in de beschrijvingen van de 5 minuten work-outs vaak terugkomt, zijn opwarmingsoefeningen (zoals touwtjespringen), opdrukoefeningen, squats (hurken en weer opstaan), crunches (buikspieroefeningen en de plank) en burpees (combinatie van springen en opdrukken). Soms ook de trap oplopen.
“Met burpees en touwtjespringen kun je op korte tijd je lichaam behoorlijk in het rood laten gaan”, oordeelt Bart Roelands. “De plank is dan weer niet intensief genoeg. Het probleem is ook dat je daar snel in evolueert. Al gauw kun je dat meer dan een minuut volhouden, maar dan neem je al direct een hap uit je vijf minuten. Met push-ups ga je je bovenlichaam wel versterken, maar raak je niet aan je cardiovasculair systeem, wat je wel hebt met rope skipping.”
Klopt het dat 5 minuten intensief trainen hetzelfde effect heeft als een uur matig bewegen?
“Dat is inderdaad een bewering die je soms hoort, maar ik denk dat er nog meer onderzoek nodig is om dat te kunnen staven”, luidt het antwoord van professor Roelands.
Als het specifiek over vetverbranding gaat: door de extreme intensiteit zouden de korte work-outs daarvoor effectiever zijn dan de lange cardiotrainingen?
“Dat betwijfel ik. Je gaat de stofwisseling wel versnellen, maar dat zal niet in vergelijking zijn met wat je met langdurige trainingen bereikt. Hetzelfde geldt voor de spieropbouw”, zegt de inspanningsfysioloog.
Kun je het als een goed extraatje beschouwen op dagen dat je niet aan sporten toe komt?
Bart Roelands: “Dat is dus ideaal. Hoe laat ik ook opsta, ik doe ’s ochtends altijd eerst oefeningen. Dan ben je eens zo wakker en gestimuleerd als je aan het werk gaat. Het voordeel is dat je het altijd en overal kan doen. De reclamepauzes tussen tv-programma’s duren al makkelijk vijf minuten. Gebruik die om even fysiek bezig te zijn, zou ik zeggen.”
Cedric Arijs: “Als je een fervente sporter bent die vaak gaat lopen of fietsen, kan zo’n korte work-out een prima alternatief zijn op een regenachtige dag.”
Zijn er door de hoge intensiteit risico’s op blessures?
“Mensen die sukkelen met de gezondheid en bijvoorbeeld hartproblemen hebben, kunnen er beter mee oppassen”, stelt professor Roelands. “In dat geval zou ik toch eerst bij de behandelende arts aftoetsen of het wel een goed idee is. Het risico om de spieren te belasten, zal wel meevallen. Je moet zelf wat aanvoelen hoe ver je kunt gaan. Eerst goed opwarmen maakt alvast een verschil.”
Conclusie?
Voor wie totaal niet sport, kan een 5 minuten work-out een opstapje zijn naar meer. Zodra je het combineert met langere trainingen zul je veel betere resultaten boeken.
Dus werkt het zoals beloofd? EERDER NIET
04/2024 - Helan ziekenfonds - energiemanagement
helan_energiemanagement.pdf | |
File Size: | 192 kb |
File Type: |
01/05/2024 - Gazet van antwerpen - waarom marathons steeds populairder worden
https://www.gva.be/cnt/dmf20240430_93763683
Waarom marathonlopen steeds populairder wordt: “Een ‘gewone’ afstand is niet meer zo spectaculair”Een marathon, 42 lange kilometers: vroeger leek het voor bijna iedereen een onmogelijk doel. Maar de jongste jaren is de sport aan een opmars bezig. Marathons in Londen, Parijs en New York zijn in een mum van tijd uitverkocht. En ook voor de Antwerp Marathon gaan de inschrijvingen als een speer. Waarom willen zo veel mensen plots die 42 kilometer uitlopen? “Ook de beleving speelt een grote rol, net als de prestatiedruk”, zegt sportpsycholoog Cedric Arijs.
Een loopnummer verzekeren voor de marathons in steden als New York, Londen of Parijs wordt steeds moeilijker. Jaar na jaar wordt het aantal mensen dat aan een marathon wil deelnemen groter. Ruim 840.000 mensen hebben zich aangemeld om volgend jaar deel te nemen aan de marathon van Londen. Terwijl ‘slechts’ 53.000 lopers de kans krijgen om daadwerkelijk mee te lopen.
Dat het marathonlopen in opmars is, weet ook sportpsycholoog Cedric Arijs. In zijn praktijk helpt hij sporters om beter te presteren door middel van psychologische begeleiding en coaching. Dat mensen tegenwoordig meer bezig zijn met gezondheid is een goede zaak volgens hem. “Bewegen is gezond, en gelukkig is dat idee aan het groeien.”
Lopen in het bijzonder heeft één groot voordeel: het is in vergelijking met andere sporten heel laagdrempelig. “Dat is altijd al een succesfactor geweest. En dat zal ook altijd zo blijven”, vertelt Arijs. “Een goed paar loopschoenen is eigenlijk het enige wat je nodig hebt om te kunnen vertrekken van aan je eigen voordeur. Dat maakt het zo makkelijk om te starten.”
Dat lopen, en marathonlopen in het bijzonder, juist de jongste jaren aan populariteit wint, is niet verwonderlijk. De opmars van de sport wordt vaak in verband gebracht met de coronaperiode. “Toen hebben we zeker een stijging gezien van het aantal mensen dat wil bewegen, liefst ook in de natuur.” Lopen was toen een van de enige activiteiten die je kon doen. “Voor sommigen is die belangstelling ook na de epidemie gebleven.”
BelevingMaar ook andere factoren spelen een rol. Zoals de groots opgezette events die marathons geworden zijn. “Een marathon omvat tegenwoordig niet enkel en alleen maar de prestatie. Ook de beleving speelt een grote rol”, vertelt Arijs. “Lopen is daardoor ook niet meer een solitaire sport. Het is echt een beleving om daar met duizenden mensen te lopen.”
Ook de aankleding en de marketing van die events lokt heel wat mensen. “Het wordt allemaal professioneler in beeld gebracht. En de aanloop naar zo’n marathon wordt heel visueel in kaart gebracht en gebruikt om mensen warm te maken om er deel van uit te maken.”
Prestatiedruk
Volgens Arijs is de populariteit van marathons ook deels te wijten aan onze prestatiemaatschappij. “Een ‘gewone’ afstand is niet meer zo spectaculair. Mensen kijken niet meer op van de 10 Miles. Dus is de marathon het volgende doel.” En zelfs dat blijkt voor sommigen niet voldoende. “Ook het ultralopen is in opmars. Er is altijd die drang naar meer, dat is duidelijk aanwezig in onze maatschappij”, aldus de sportpsycholoog.
Ook via sociale media krijgen we die prestatiedruk binnen. Het krioelt er van de filmpjes waarin marathonlopers hun ervaringen delen, vaak rooskleuriger voorgesteld dan de realiteit. Het is haast ‘vreemd’ als je geen marathon loopt. Een belangrijke factor is dan ook de validatie van de omgeving.
Die drang naar validatie is vooral te merken op Strava, dé app voor duursporters. “Ik spreek zelf wel eens over het Strava-effect. Heel wat mensen zijn ook van het principe: Strava or it didn’t happen”, vertelt Arijs. “Mensen zijn teleurgesteld als ze hun training niet hebben opgenomen, omdat niemand dan hun sportprestatie kan valideren.”
Maar een marathon lopen enkel en alleen voor de bevestiging van anderen, dat is volgens Arijs niet de juiste motivatie. “Ik hoop dat het nog altijd een persoonlijke beleving mag blijven, en dat je het niet alleen doet voor de likes, de shares en de aandacht. Sporten is zeker gezond, maar het mag geen verplichting zijn om jezelf sociaal te bewijzen. Trainingen van 5 of 10 kilometer zijn ook gezond en goed. Niet iedereen moet een marathon lopen.”
Wilskracht
Maar er zit nog een addertje onder het gras, volgens Arijs. “Helaas is er ook een stevige portie wilskracht aanwezig bij lopers. Ik hoor mensen vaak zeggen dat ze trainen tot ongeveer 30 kilometer, de laatste kilometers doen ze dan ‘op karakter’. Dat is naar mijn mening niet de juiste ingesteldheid.”
Mensen gunnen zichzelf vaak ook niet voldoende tijd om zo’n prestatie neer te zetten. “Mensen willen dat trainingsschema zo snel mogelijk vervolledigen. Dat is een spijtige trend, die we ook bij heel wat professionelen zien. Nochtans heeft de duursport de hoogste gemiddelde leeftijd, omdat ook mensen op latere leeftijd nog kunnen pieken. Dus er is op zich geen haast bij. Maar vaak zie je dat mensen hun doel heel snel willen bereiken.”
Daardoor schatten sporters zichzelf niet altijd even goed in. “Er zijn altijd mensen die het onderschatten en die zichzelf tegenkomen. Dat kan een waardevolle les zijn, waarvan ik vooral hoop dat mensen het daarna iets rustiger aan gaan doen”, vertelt Arijs nog. Maar net die onderschatting doet ook heel wat mensen de das om. “Velen geven op als het de eerste keer niet lukt. Terwijl ze het misschien allemaal te snel hebben willen doen. Een marathon kan perfect iets voor jou zijn. Maar gun jezelf de tijd om zo’n prestatie op een gezonde manier op te bouwen.”
Waarom marathonlopen steeds populairder wordt: “Een ‘gewone’ afstand is niet meer zo spectaculair”Een marathon, 42 lange kilometers: vroeger leek het voor bijna iedereen een onmogelijk doel. Maar de jongste jaren is de sport aan een opmars bezig. Marathons in Londen, Parijs en New York zijn in een mum van tijd uitverkocht. En ook voor de Antwerp Marathon gaan de inschrijvingen als een speer. Waarom willen zo veel mensen plots die 42 kilometer uitlopen? “Ook de beleving speelt een grote rol, net als de prestatiedruk”, zegt sportpsycholoog Cedric Arijs.
Een loopnummer verzekeren voor de marathons in steden als New York, Londen of Parijs wordt steeds moeilijker. Jaar na jaar wordt het aantal mensen dat aan een marathon wil deelnemen groter. Ruim 840.000 mensen hebben zich aangemeld om volgend jaar deel te nemen aan de marathon van Londen. Terwijl ‘slechts’ 53.000 lopers de kans krijgen om daadwerkelijk mee te lopen.
Dat het marathonlopen in opmars is, weet ook sportpsycholoog Cedric Arijs. In zijn praktijk helpt hij sporters om beter te presteren door middel van psychologische begeleiding en coaching. Dat mensen tegenwoordig meer bezig zijn met gezondheid is een goede zaak volgens hem. “Bewegen is gezond, en gelukkig is dat idee aan het groeien.”
Lopen in het bijzonder heeft één groot voordeel: het is in vergelijking met andere sporten heel laagdrempelig. “Dat is altijd al een succesfactor geweest. En dat zal ook altijd zo blijven”, vertelt Arijs. “Een goed paar loopschoenen is eigenlijk het enige wat je nodig hebt om te kunnen vertrekken van aan je eigen voordeur. Dat maakt het zo makkelijk om te starten.”
Dat lopen, en marathonlopen in het bijzonder, juist de jongste jaren aan populariteit wint, is niet verwonderlijk. De opmars van de sport wordt vaak in verband gebracht met de coronaperiode. “Toen hebben we zeker een stijging gezien van het aantal mensen dat wil bewegen, liefst ook in de natuur.” Lopen was toen een van de enige activiteiten die je kon doen. “Voor sommigen is die belangstelling ook na de epidemie gebleven.”
BelevingMaar ook andere factoren spelen een rol. Zoals de groots opgezette events die marathons geworden zijn. “Een marathon omvat tegenwoordig niet enkel en alleen maar de prestatie. Ook de beleving speelt een grote rol”, vertelt Arijs. “Lopen is daardoor ook niet meer een solitaire sport. Het is echt een beleving om daar met duizenden mensen te lopen.”
Ook de aankleding en de marketing van die events lokt heel wat mensen. “Het wordt allemaal professioneler in beeld gebracht. En de aanloop naar zo’n marathon wordt heel visueel in kaart gebracht en gebruikt om mensen warm te maken om er deel van uit te maken.”
Prestatiedruk
Volgens Arijs is de populariteit van marathons ook deels te wijten aan onze prestatiemaatschappij. “Een ‘gewone’ afstand is niet meer zo spectaculair. Mensen kijken niet meer op van de 10 Miles. Dus is de marathon het volgende doel.” En zelfs dat blijkt voor sommigen niet voldoende. “Ook het ultralopen is in opmars. Er is altijd die drang naar meer, dat is duidelijk aanwezig in onze maatschappij”, aldus de sportpsycholoog.
Ook via sociale media krijgen we die prestatiedruk binnen. Het krioelt er van de filmpjes waarin marathonlopers hun ervaringen delen, vaak rooskleuriger voorgesteld dan de realiteit. Het is haast ‘vreemd’ als je geen marathon loopt. Een belangrijke factor is dan ook de validatie van de omgeving.
Die drang naar validatie is vooral te merken op Strava, dé app voor duursporters. “Ik spreek zelf wel eens over het Strava-effect. Heel wat mensen zijn ook van het principe: Strava or it didn’t happen”, vertelt Arijs. “Mensen zijn teleurgesteld als ze hun training niet hebben opgenomen, omdat niemand dan hun sportprestatie kan valideren.”
Maar een marathon lopen enkel en alleen voor de bevestiging van anderen, dat is volgens Arijs niet de juiste motivatie. “Ik hoop dat het nog altijd een persoonlijke beleving mag blijven, en dat je het niet alleen doet voor de likes, de shares en de aandacht. Sporten is zeker gezond, maar het mag geen verplichting zijn om jezelf sociaal te bewijzen. Trainingen van 5 of 10 kilometer zijn ook gezond en goed. Niet iedereen moet een marathon lopen.”
Wilskracht
Maar er zit nog een addertje onder het gras, volgens Arijs. “Helaas is er ook een stevige portie wilskracht aanwezig bij lopers. Ik hoor mensen vaak zeggen dat ze trainen tot ongeveer 30 kilometer, de laatste kilometers doen ze dan ‘op karakter’. Dat is naar mijn mening niet de juiste ingesteldheid.”
Mensen gunnen zichzelf vaak ook niet voldoende tijd om zo’n prestatie neer te zetten. “Mensen willen dat trainingsschema zo snel mogelijk vervolledigen. Dat is een spijtige trend, die we ook bij heel wat professionelen zien. Nochtans heeft de duursport de hoogste gemiddelde leeftijd, omdat ook mensen op latere leeftijd nog kunnen pieken. Dus er is op zich geen haast bij. Maar vaak zie je dat mensen hun doel heel snel willen bereiken.”
Daardoor schatten sporters zichzelf niet altijd even goed in. “Er zijn altijd mensen die het onderschatten en die zichzelf tegenkomen. Dat kan een waardevolle les zijn, waarvan ik vooral hoop dat mensen het daarna iets rustiger aan gaan doen”, vertelt Arijs nog. Maar net die onderschatting doet ook heel wat mensen de das om. “Velen geven op als het de eerste keer niet lukt. Terwijl ze het misschien allemaal te snel hebben willen doen. Een marathon kan perfect iets voor jou zijn. Maar gun jezelf de tijd om zo’n prestatie op een gezonde manier op te bouwen.”
06/2024 - UZ Letters - VAN GYMCULTUS TOT BIGOREXIA NERVOSA BIJ JONGEREN
Interview voor de online krant van het UZ Gent
Dialoog - Oog voor obsessief opgepompte spieren - UZL 159 | juni – juli – augustus 2024 (uzgent.be)
Dialoog - Oog voor obsessief opgepompte spieren - UZL 159 | juni – juli – augustus 2024 (uzgent.be)
LOCATIES:
|
CONTACT INFO- Boek een afspraak -
MAIL: [email protected] TEL.: +32(0)496/34 73 80 (laat zeker een voicemail na) Inschrijven op de nieuwsbrief |