Media
Door Pieter-Jan Calcoen
Toen Mark van Bommel zondagmiddag na het 1-1-gelijkspel tegen Union de kleedkamer binnenstapte, stelde hij vast dat er tranen vloeiden bij verschillende spelers. Jelle Bataille stond dan weer de journalisten te woorden met trillende lippen - zo onderstoven was hij van wat zich net op de Bosuil had afgespeeld. Om maar te zeggen hoe groot de ontgoocheling was bij de Great Old. En da’s perfect te begrijpen - Antwerp stond op tien minuten van een historische dubbel -, maar tegelijk heeft het nog steeds als enige alles in eigen handen. Winnen op Genk en Antwerp is kampioen. In zijn nabespreking legde Van Bommel daar de nadruk op. “Er is nog een herkansing”, vertelde hij zijn spelers. “Die had ik in 2010 niet toen ik met Nederland de WK-finale verloor van Spanje. Ook al wordt het nu moeilijker, we kunnen het nog afmaken. Ik weet niet of de jongens me gehoord hebben…” Van Bommel probeerde zijn spelers dus meteen op te peppen, goed beseffend dat hij in de Cegeka Arena elf strijders nodig zal hebben om alsnog de titel te pakken - een punt zal wellicht niet volstaan. Maar is het überhaupt mogelijk om op één week tijd de knop om te draaien? “Wel als Antwerp vóór Union goed gewerkt heeft”, aldus sportpsycholoog Cedric Arijs. “Toen mocht niet uitsluitend de nadruk gelegd worden op het droomscenario - namelijk winst en een groot feest -, maar ook op de eventuele desillusie.” Volgens onze informatie is dat daadwerkelijk gebeurd in Deurne Noord. Dat bleek ook uit de interviews: geen enkele speler wilde het vel van de beer al verkopen. Uit zelfbescherming, maar evengoed uit realisme, want Union kloppen: doe het maar. Arijs vindt het positief dat de staf van Antwerp toegelaten heeft dat er in de vestiaire gehuild werd. “Vergelijk het met een fysieke cooling-down - dat is cruciaal om je spieren te laten herstellen. Emotioneel is dat net hetzelfde. Je mag dat niet onderdrukken, het is net nodig. Het is menselijk. Mocht je dat tegengaan, dan riskeert dat zich te wreken in de volgende wedstrijd. Dan kan er net nog meer spanning of druk zijn, terwijl je dat net wil vermijden. Het zal vanuit zichzelf al stresserend genoeg zijn.” “Het is nu zaak om de speler individueel aan te pakken”, aldus de sportpsycholoog. “Iedereen heeft nood aan een andere benadering. Maar voetbal is uiteraard in eerste instantie een teamsport. En dus moet Antwerp ook aan het collectief aandacht aan besteden. Bij die analyse is het belangrijk dat men abstractie maakt van het resultaat tegen Union. De prestatie an sich is ook van tel. Was het voetbal dat Antwerp bracht zoals ze wilden? Was de vechtlust aanwezig? Zijn er werkpunten? Daar kun je concreet mee aan de slag richting de volgende match.” Van Bommel was op dat gebied positief: “Ik kan de jongens niks verwijten. Ze hebben de discipline getoond om het plan uit te voeren. Onze ideeën waren goed. Behalve bij het tegendoelpunt - dat was zelfs geen kans, maar dat maakte niet uit - hebben we geen fouten gemaakt.” Ook de RAFC-coach zelf niet? Er was achteraf commotie over de wissel van Vincent Janssen. Hij moest met een pijntje naar de kant, maar Van Bommel bracht in zijn plek geen aanvaller, wel middenvelder Mandela Keita. Was dat louter een zet om de voorsprong te consolideren? En was dat wel verstandig? Van Bommel was het niet eens met die bedenking: “We zijn wel op zoek gegaan naar de 2-0. Het is trouwens niet zo dat het tegen een man minder automatisch makkelijker wordt. Het is soms zelfs moeilijker, want de tegenstander gaat anders voetballen.” Het moet gezegd: ook bij Van Bommel was het duidelijk zichtbaar dat hij een klap had gekregen. Dat wilde hij ook niet verbergen - “Het is lastiger dan vorige week, toen we na de dreun op Club alsnog goed nieuws kregen door het gelijkspel tussen Union en Genk” -, maar volgens Arijs is het niet nodig om nu plots te gaan doemdenken. “Als op voorhand de juiste dingen gedaan zijn, is het voor Antwerp perfect mogelijk om tegen Genk op te staan - ze hebben er de spelers en het niveau voor. Ik verwacht dat de batterijen opgeladen zullen zijn.” Het wordt deze week sowieso de boodschap van Van Bommel richting zijn spelersgroep: de landstitel ligt nog altijd binnen handbereik. Al is er in vergelijking met de eerste matchbal wel een groot verschil: lukt het tegen Genk niet, dan is het onherroepelijk voorbij. Er is geen tweede kans meer…
0 Comments
Sportmagazine (Knack, Charis Bastin) interviewde me over de combinatie van topsport en fulltime studies of werk. [PDF met afbeelding toegevoegd onderaan de tekst] Topsport combineren met een fulltime job of studie is geen sinecure, maar in verscheidene sporttakken wel de realiteit. Niet het minst voor vrouwelijke sporters die het vaak met (nog) minder moeten doen dan hun mannelijke collega's. Geen sport die dat beter illustreert dan het voetbal. Terwijl Cristiano Ronaldo zich voor het tweede jaar op rij tot best betaalde sporter ter wereld mag kronen, hinken vrouwelijke voetballers nog ver achterop. Ook in België zijn er verschillen erg groot. Een studie uit 2016 toonde aan dat profvoetballers in België gemiddeld 255.157 euro bruto per jaar verdienen. Bij Anderlecht was dat zelfs 600.010 euro per jaar. Het zijn bedragen waar speelsters uit de Super League, de hoogste voetbalklasse voor vrouwen, enkel van kunnen dromen. Zij moeten het stellen met onkostenvergoedingen en winstpremies. Velen betalen zelfs jaarlijks lidgeld. Sommige Red Flames die vanaf zaterdag op het EK vrouwenvoetbal schitteren, kunnen van de sport rondkomen dankzij een contract bij een buitenlandse club. Letterlijk rondkomen, want ook die bedragen liggen mijlenver van wat hun mannelijke collega's verdienen. Andere Red Flames combineren de sport met een fulltime job of studie. Ze genieten meestal van winst, gelijkspel en/of verliespremies en onkostenvergoedingen voor hun verplaatsingen van en naar de training. 'En die winstpremies zijn eerder beperkt', weet Betty Van Proeyen, voorzitter van KRC Genk Ladies. 'Die zijn vergelijkbaar met de derde en vierde provinciale bij de mannen.' 11,5 uur voetbal per week 6u50: opstaan 7u30: vertrek naar werk 8u: werken 18u30: einde werkdag Tot hier wijkt de agenda van een Super Leaguespeelster weinig af van die van de modale Vlaming. Meestal volgt bij die laatste een avondje thuis met partner of gezin. Niet voor Lore, zelfstandige kinesiste en speelster bij KRC Genk Ladies. In haar weekagenda is een rustig avondje thuis eerder de uitzondering op de regel. 18u30: einde werkdag en rechtstreeks vertrek naar training 18u35: lichte maaltijd in de auto (smoothie, rijsttaartje, yoghurt) 19u45: begin training 21u15: einde training 22u00: lichte recuperatiemaaltijd 22u45: slapen Zo gaat dat drie avonden per week naast de wedstrijd in het weekend. Tot afgelopen seizoen waren vier trainingen per week drie met de club en één individuele conditie- en/of krachttraining verplicht om als club te mogen uitkomen in de Super League. Op dinsdagavond geen training dus voor Lore, al bouwt ze tijdens haar middagpauze wel de individuele training in. 13u00: pauze + looptraining/krachttraining 15u00: hervatten werk 20u00: einde werkdag Drie voetbalspeelsters Lore, Gwen en Inge hielden een weekagenda voor ons bij. Daaruit blijkt dat ze gemiddeld 11,5 uur per week aan het voetbal besteden. Naast studies, werk, sociaal leven, een partner en/of gezin. 'Het is vaak puzzelen en jongleren met werk of studies', weet Cedric Arijs, sportpsycholoog. 'Het is daarom niet uitgesloten dat speelsters afhaken als het werk niet langer verlof of lange verplaatsingen toestaat voor de sport.' 'School komt nét voor voetbal' Gwen ging afgelopen schooljaar naar de topsportschool in Genk. Naast ongeveer vijftien uur les per week, heeft ze nog eens ruim elf uur voetbaltraining op school. 'De combinatie met voetbal bij Genk valt goed mee', vindt ze. 'Mijn trainer op school is ook mijn trainer bij Genk dus hij houdt goed rekening met drukke periodes.' In haar vrije tijd komt daar nog eens meer dan tien uur voetbal per week bij. In het weekend werkt ze daarom aan schooltaken voor later die week. 'Omdat ik weet dat ik op maandagen donderdagavond weinig voor school kan doen.' Voor volgend schooljaar maakt ze zich iets meer zorgen als ze verder gaat studeren. 'Hogere studies zijn meer tijdrovend. School zal net voor voetbal moeten gaan. Ik zal proberen te trainen en wedstrijden mee te doen, maar tijdens de examens zal de focus meer op school liggen.' Gwen is niet de enige jonge voetbalspeelster die realistisch is over haar toekomst als potentiële profspeelster, weet Arijs. 'Ook speelsters die ik ontmoette die van het voetbal kunnen leven, hebben vrijwel allemaal een diploma op zak. Ze lijken me goed voorbereid op een leven na de carrière.' Maar zij zijn de uitzondering op de regel. 'Op dit moment zit de meerderheid van speelsters aan de andere kant van het verhaal zij kunnen niet leven van het voetbal. Ze willen daarom verzekeren dat ze een diploma of job hebben (en behouden) en dit zo lang en goed mogelijk combineren met het voetbal. Ze zijn realistisch dat ze hun toekomst moeten verzekeren.' Iets wat verschilt met jeugdspelers. Arijs werkt vooral met vrouwelijke voetballers en jongens uit de jeugd. 'Jongens durven al sneller dromen van een profcarrière en het grote geld. Zij laten hun studies al wat sneller links liggen of halen al op veel jongere leeftijd een loon uit het voetbal.' Voor de sport of het geld? Voor volgend seizoen versoepelde de KBVB de licentievoorwaarden in de hoop dat er acht in plaats van zes ploegen zouden aantreden in de Super League. Daarbij wordt het aantal trainingen van vier naar drie teruggebracht. Maar die aanpassingen brachten geen soelaas. Geen enkele eersteklasseclub vroeg een licentie aan. 'Veel meisjes spelen liever voor hun plezier dan zich te manifesteren op het hoogste niveau', verklaarde Marc Lesenfants, voorzitter van het Belgisch vrouwenvoetbal eerder aan Jacques Borremans, voorzitter van KSK Heist herkent dat. 'Bij de start van de BeNe League in 2012 vroegen we onze speelsters of ze wilden deelnemen. "Wat gaan we tegen die Nederlandse ploegen doen?", was toen de reactie. 'Verre verplaatsingen met bovendien wedstrijden op vrijdagavond om gezien het klassenverschil waarschijnlijk te gaan verliezen'", vat hij het samen. Ook aan het einde van afgelopen seizoen vroeg hij naar de motivatie om verder te gaan in de Super League. 'Hadden ze "liever niet" gezegd, dan stapten we eruit', aldus Borremans. 'Het goede nieuws is dat ze mee willen en weten dat het nu drie keer trainen is. Je hebt natuurlijk een paar speelsters die liever afhaken omdat ze het niet (meer) kunnen opbrengen om drie keer te trainen en liever in provinciale spelen. Zo hebben we ieder jaar één of twee die dat doen." Zoals Inge. De werkende mama speelde afgelopen seizoen nog bij Heist op het hoogste niveau, maar besliste om volgend seizoen verder te gaan in tweede klasse bij KV Mechelen. Arijs bevestigt. 'Elke speelster wil uiteindelijk speeltijd verzamelen.' Als een speelster dan vier of binnenkort drie keer per week moet trainen om opgesteld te kunnen worden, gaat dat gepaard met heel wat opofferingen. 'Als een werkgever dan niet flexibel is, loop je als speelster het risico dat je trainingen mist en niet opgesteld wordt. Hetzelfde geldt voor studenten die hun materiaal verwerkt moeten krijgen.' Flexibiliteit op het werk is geen overbodige luxe. Bij een uitwedstrijd op vrijdagavond vertrekt de bus al om 16u. Die week werkt Lore op vrijdag tot 12u, zodat ze zich in de namiddag kan voorbereiden en op tijd vertrekken. Ook Gwen stopt vroeger met haar lessen om 14u30 in plaats van 15u50 zodat ze mee kan met een uitwedstrijd. Maar niet alleen het werk beïnvloedt keuzes om op het hoogste niveau te (blijven) voetballen. 'Dat wil ook zeggen dat je moet stoppen met de Chiro. Zo zijn er ook al meisjes bij ons geweest die moesten kiezen', geeft Riete Loos, kapitein bij KRC Genk Ladies als voorbeeld. Begripvolle partner Arijs waarschuwt daarom voor de gevaren van dergelijke levensstijl. 'Wie het rond krijgt, moet voldoende aandacht besteden aan fysiek, sociaal en mentaal herstel om niet het risico te lopen op overtraining of burnout.' Als sportpsycholoog besteedt hij onder meer aandacht aan zaken als spanningen met partner, omdat de speelster weinig thuis is, time management om deadlines van school en werk te halen en omgaan met (on)zekerheden over selectie. De steun van een begripvolle partner is belangrijk, zeker als er kinderen zijn. Dat weet Inge maar al te goed. Ze heeft twee dochters van 1 en 3,5 jaar oud en speelde tot vorig seizoen bij Heist in de Super League. Ze kan gelukkig rekenen op haar partner in het huishouden. 'Maar hij werkt wel in shiften, dus als hij een late shift heeft als ik moet gaan trainen, springt mijn moeder in om op de kindjes te passen. Gelukkig kunnen we allebei ook op onze ouders rekenen voor steun en opvang.' Ook Lore kan rekenen op veel begrip van haar vriendin. 'Als ik training heb, gaat ze zelf sporten of spreekt ze af met vrienden. Ze zorgt er ook voor dat ik na de training nog iets lekker heb om te eten en niet meer zelf hoef te koken.' Lidgeld Om meer zicht te krijgen op wat voetbalspeelsters over hebben voor de sport, werd een vragenlijst verspreid bij Belgische clubs. 177 speelsters van alle niveaus vulden de lijst in. Hieruit blijkt dat een speelster gemiddeld 218 euro lidgeld betaalt per seizoen. Opvallend is dat het bedrag toeneemt op hoger niveau (als de speelster effectief lidgeld betaalt): tot 332 euro gemiddeld op BeNe League (de hoogste competitie die tussen 2012 en 2015 met Belgische en Nederlandse teams werd gespeeld) en Super League niveau ten opzichte van 178 euro op provinciaal en lager niveau. (uit 170 antwoorden afgeleid) Winstpremies Bijna de helft van de Super Leaguespeelsters die de vragenlijst invulden, leggen meer dan dertig kilometer af naar hun club. Onkostenvergoeding voor die verplaatsingen zijn dus geen overbodige financiële luxe. 'Die vergoeding is enkel voor de reiskosten. Ik rijd bijna duizend kilometer per week en heb ook onkosten aan mijn auto', merkte een Super Leaguespeelster op in de vragenlijst. 'En de winstpremies zijn eerder beperkt', weet Betty Van Proeyen, voorzitter van KRC Genk Ladies. "Die zijn vergelijkbaar met de derde en vierde provinciale bij de mannen. (uit 103 antwoorden) Afhaken of afzakken naar lager niveau 89 speelsters stopten met voetbal of zakten naar een lager niveau af. In 47 gevallen zakte de speelster af van een (hoger) nationaalniveau naar provinciale of een lagere nationale klasse. Alles bijeen gaven ze 106 verschillende redenen voor die keuze: [zie pdf voor afbeeldingen] Your browser does not support viewing inline PDFs. Click here to view the PDF. Zizo Online (Elise Schanzer) interviewde me om samenhang tussen voetbal en holibiseksualiteit toe te lichten.
Cedric Arijs staat samen met zijn collega’s in voor de mentale begeleiding van onder andere ons nationale vrouwenvoetbalteam, de Red Flames. Cedric is geen expert op vlak van begeleiding van holebiseksualiteit in het algemeen, maar vertelt ons over de samenhang van het sportmilieu en holebiseksualiteit naar aanleiding van het project Heroes of Footbal. Kun je spreken over een algemene aanvaarding van holebi’s in het voetbal? Cedric: “Ik kan daar niet op antwoorden op basis van cijfers of populatieniveau. Laat ik het zo zeggen: in mijn ogen is er nog steeds een probleem van zodra één persoon zich niet goed in zijn vel voelt omdat hij zich benadeeld voelt omwille van zijn seksuele geaardheid of omdat hij zich op basis daarvan niet kan uiten. Dat gebeurt sowieso nog. Ik denk dat we daar realistisch in moeten zijn. Het is voor elke jongere of volwassene al een uitdaging om uit de kast te komen, dus ik denk dat dat ook van toepassing is in het voetbal. Het zou geen issue mogen zijn, maar het is voor veel holebi’s nog steeds een uitdaging. Dus ik geloof dat we nog lang geen algemene aanvaarding hebben, want anders zouden er ook minder problemen zijn.” Zie je verschillen tussen mannen- en vrouwenvoetbal? Cedric: “Dat is een interessante vraag. Daar zie ik een omgekeerd stereotype. In het vrouwenvoetbal hoor je vaak net de reactie “Ah, het is een vrouw die voetbalt. Ze zal wel lesbisch zijn”. Terwijl het voor mannen in het voetbal een probleem zou kunnen zijn mochten ze homo zijn, lijkt het bij vrouwen bijna vanzelfsprekend dat ze lesbisch zijn. Alsof je geaardheid bepaalt welke sporten je kan of mag spelen. Ik denk dat veel van die stereotypen historisch gegroeid zijn omdat vrouwen vroeger ook geen toegang hadden tot bepaalde sporten. Dez of gene sport werd beschouwd als niet ‘vrouwelijk’. Gelukkig zijn we in België zover geëvolueerd dat elke man of vrouw elke sport mag uitoefenen. Helaas moet de algemene mind-set van de bevolking soms nog veranderen dat het echt wel oké is dat elk geslacht elke sport uitoefent. Waarom wordt holebiseksualiteit minder geaccepteerd in mannenvoetbal? Cedric: “Opnieuw denk ik dat het aan de historische groei van de sport ligt. Voetbal is altijd de sport van de volksmassa, van de gewone man geweest. Er werd altijd op school en na schooluren op pleintjes voetbal gespeeld met jongens onder elkaar. Er is veel fysiek contact tijdens het sporten zelf of bij het vieren van een punt. Achteraf wordt er samen gedoucht bij de voetbalclubs. Vroeger was dat allemaal oké als mannen onder elkaar, maar plots is het niet meer oké in hun hoofd als iemand met een andere seksuele geaardheid in de groep zit. Dat heeft met onze mind-set te maken. Het lijkt dan plots een issue dat een homoseksuele voetballer fysiek contact zou hebben met een teamgenoot of om samen te douchen, alsof die voetballer onder de douche al zijn teamgenoten staat te observeren en het een onderdeel van een opwindende fantasie zou worden. Ik denk dat we zeker kunnen zijn dat dit gewoon niet het geval is. Als mensen, hetero of holebi, naar het voetbal komen, doen ze dat om te voetballen. Je tackelt om de bal te bemachtigen of je tegenstander neer te leggen, en daar komt heus niets seksueel bij kijken. Maar er is ergens een vrees in het hoofd van de mensen, denk ik, waardoor homoseksualiteit nog niet geaccepteerd wordt. Mensen voelen zich geviseerd. Ze worden zich ook een pak bewuster van het feit dat er iemand in de buurt is die potentieel verliefd op hen kan worden of iets voor hen zou kunnen voelen, wat voor hen vreemd aanvoelt. Veel coaches vrezen dat de prestaties eronder gaan lijden. “Als mijn team zich zorgen maakt over de seksuele geaardheid van hun medespeler, dan gaat de aandacht niet naar de voetbal op het veld.” Daar zit ergens een ongegronde vrees want openheid kan de prestaties net verbeteren. Als er een open sfeer is zonder taboes, waar iedereen zichzelf kan zijn, dan zal er veel minder stress zijn, zal er veel meer authenticiteit van de spelers zijn en zal iedereen veel meer kans maken op persoonlijke groei. Op zijn beurt gaat dat de prestaties ten goede komen.” En hoe zit het in de supporterscultuur? Cedric: “Bij de supporters zit het vaak in het taalgebruik. Dat is niet enkel in de supporterscultuur. In ons taalgebruik worden homomannen nog vaak gezien als soft, zacht. Lesbische vrouwen worden dan weer als te mannelijk en te hard beschouwd. Als er bijvoorbeeld bij het mannenvoetbal iemand ligt te kermen op de grond wordt er al snel gezegd ‘ach, mietje, sta op’. Dus je hoort in onze taal de connotatie tussen homoseksualiteit en verwijfd. Dat speelt natuurlijk ook een grote rol: want iemand die echt homo is, vraagt zich dan af of ze hem niet nog meer gaan viseren, en hoe hij zich dan moet voelen? Misschien is hij helemaal niet zacht van aard maar wel homo, en hoe moet je daar dan mee omgaan? Maar ik denk dat dat niet enkel eigen is aan de voetbalcultuur, ook onze ruimere omgeving is zo. Tijdens de actie van Tournee Minerale deze maand las ik op mijn Facebookproel: ‘Iemand die een maand geen alcohol drinkt, da’s voor jeanetten’. Het zit zo hard ingebakken in ons taalgebruik dat homoseksuele mannen zwak zouden zijn. Terwijl wanneer je erover nadenkt het totaal geen steek houdt dat iemand met een andere seksuele geaardheid anders met alcohol zou omgaan. Ik denk dat dezelfde vergelijking opgaat als het gaat over een rondje voetbal spelen.” Denk je dat er iets gedaan zou kunnen worden? Cedric: “Ik denk dat de acties van Heroes of Football een goede eerste stap is. Maar wat er nodig is, is een sfeer van acceptatie. Dat mensen die uit de kast willen komen weten dat het oké is om een andere seksuele geaardheid te hebben in de voetbal, en dat ze nog altijd mogen spelen. Ik denk dat dat een eerste grote stap is om het ook bespreekbaar te maken. Ook als er niet direct iemand opstaat als rolmodel voor de LGBT-community, dat het gewoon bespreekbaar wordt. Dat er ook in andere voetbalploegen waar geen homoseksuele spelers aanwezig zijn over gepraat wordt en dat het onderwerp over de tongen gaat. Dat zal helpen om coming-outs te vergemakkelijken.” Focust de holebibeweging dan niet te hard op het belang van een eventuele coming-out door een voetbalster? Cedric: “Daar haal je een goed punt aan. Rolmodellen zijn absoluut nodig, en ik bewonder de mensen die dat op zich nemen enorm. Want er komt heel wat bij kijken, wat een enorme druk met zich kan meebrengen. Je gaat moeten opletten wat je zegt en hoe je je proleert, want je spreekt dan voor een grote groep. Zelfs binnen de groep van holebi’s zijn er nog steeds grote individuele verschillen over hoe ze willen gepercipieerd worden. Dat is ook waar de regenboogvlag van de LGBTgemeenschap voor staat: diversiteit. Dus ik heb bewondering voor de mensen die het op zich willen nemen. Maar het is één ding om het uit te spreken onder vrienden, wat in mijn ogen de eerste stap moet zijn van deze campagne, m.n.homoseksualiteit bespreekbaar maken onder vrienden en in clubs. Het is echter iets heel anders om ook buiten die groep als homo naar voren te treden.De focus mag dus niet enkel op de tweede stap liggen. Wat mij interessant zou lijken is dat er, naast de Hero of the Month, zoals de actie momenteel loopt, ook acties komen van groepen of ploegen die zeggen dat het niet uitmaakt welke seksuele geaardheid je hebt en dat voetbal draait om het spel. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij Dries Mertens die dat heeft ingesproken in een lmpje. Maar het zou leuk zijn mochten lokale teams zich ook unaniem willen uitspreken op clubniveau. Ik denk dat het succes van de actie zal afhangen van hoezeer mensen zich op hun gemak voelen in hun eigen club, zonder dat ze daarvoor in de media moeten komen of dat het doorheen de hele sociale media verspreid wordt als zijnde een rolmodel. Het eerste doel moet zijn dat op kleine schaal homo’s en lesbiennes die nog niet uit de kast zijn gekomen, zich ook op hun gemak voelen. En als die acceptatie er is zou dat ook versterkend kunnen werken. Kijk bijvoorbeeld naar de eerste Hero of Football, de Spaanse scheidsrechter Jesús Tomillero. Hij wou eerst stoppen als scheidsrechter omdat hij doodsbedreigingen kreeg omdat hij homo is. Maar door de overweldigende steun die hij daarna kreeg, heeft hij het toch op zich genomen om op te staan als rolmodel. Dus ik vind dat er eerst acceptatie moet komen, en dan kunnen de rolmodellen opstaan. Maar het moet in de juiste volgorde gebeuren.” In het algemeen heb je mensen die werk en privé gescheiden willen houden. Zou dat bij voetballers ook het geval kunnen zijn? Cedric: “Ik kan in je vraag inkomen, en het is een moeilijke om te beantwoorden. Het is mijn heel persoonlijke visie, maar in mijn ogen overstijgt homoseksualiteit of seksuele geaardheid een beetje werk en privé. Het zou niet mogen zijn dat seksuele geaardheid iets privé is. Het is wie jij bent, het is onderdeel van je identiteit. Je zou de vergelijking kunnen maken met de metal-subcultuur. Ik kan me voorstellen dat je je muzieksmaak niet te opvallend wilt tonen of niet te ruig wilt overkomen op het werk, maar dit gaat voor mij veel dieper. Het gaat over op wie je verliefd kan worden, en voor mij hoeft die scheiding tussen werk en privé er niet te zijn. En het feit dat mensen die scheiding willen houden, toont aan hoe groot het taboe nog is. Terwijl je seksuele geaardheid niets te maken heeft met de kwaliteit van hoe je gaat spelen of je werk gaat doen. Dit is een zeer persoonlijke mening uiteraard.“ Is er een verschil tussen de hoge en de lage competitie? Cedric: “Ik heb op dat vlak opnieuw geen cijfers, maar ik heb het gevoel dat spelers, coaches en scheidsrechters anders geraakt kunnen worden door de reacties. In lagere competities staan de spelers nog veel dichter bij de mensen langs de zijlijn, en krijgen de reacties rechtstreeks in hun oren geroepen. De spelers in hogere competities, en dan denk ik eerder aan de spelers met voorbeeldfuncties of de sterspelers, krijgen de verwijten online te zien. Het is door sociale media ook een pak anoniemer, maar het massale karakter maakt het daarom zeker niet minder bedreigend en aanvallend natuurlijk. Dus de manier waarop homofoob geweld bij je terechtkomt is anders, maar in beide manieren komt het natuurlijk enorm hard aan als je uitgescholden wordt omwille van je seksuele geaardheid. “ Wat moet de voetbalbond doen bij anonieme vragen? Cedric: “De voetbalbond is al goed werk aan het doen om psychologie meer in de sport te brengen. In eerste instantie is dat meer het prestatiegerichte psychologische luik, dat speelt bij de eersteklasclubs die een sportpsycholoog hebben, net zoals onze nationale ploegen van de Rode Duivels en de Red Flames. Bij die laatste ben ik ook actief als sportpsycholoog, en dat is prestatiegericht. Als sportbond begrijp ik dat daar ook de primaire taak ligt op dit moment. Ik hoop dat ze in de toekomst verder zouden kunnen evolueren en ook de maatschappelijke rol die ze daarin kunnen spelen, zouden opnemen. Om de spelers te ondersteunen en de nodige doorverwijsinstanties op te zetten waar spelers terecht kunnen met hun vragen. Ik denk dan aan instanties als Wel Jong Niet Hetero, de Holebifoon of verenigingen zoals çavaria. Samenwerkingsverbanden aanhalen lijkt me superbelangrijk. Ook kijken welk nieuw materiaal daaruit kan voortkomen is interessant. Ik ben heel nieuwsgierig naar wat de toolkit van Heroes of Football gaat inhouden want die is nog in volle ontwikkeling. Ik hoop dat al die partijen rond de tafel kunnen zitten om elkaar erin te ondersteunen, want zo wordt het eect van deze campagne alleen maar vergroot.” Update van de redactie 23-02-2017: Ondertussen is bekend dat Mister Gay Belgium 2016 Raf Van Puymbroeck aanspreekpunt is voor holebivoetballers vanuit Heroes of Football, en voetballers hem kunnen bereiken voor ondersteuning en doorverwijzingen. De Heroes of Football toolkit is te downloaden op de website van Heroes of Football. Er zijn verschillende toolkits aangepast voor verschillende doelgroepen |
In DE MediaAf en toe word ik gevraagd mijn opinie te geven of een gebeurtenis toe te lichten vanuit mijn expertises. Topics
All
ARCHIEF
November 2024
|
LOCATIES:
|
CONTACT INFOMAIL: [email protected]
TEL.: +32(0)496/34 73 80 (laat zeker een voicemail na) Inschrijven op de nieuwsbrief |