Media
|
Het Helan Ziekenfonds vroeg me om tips te geven aan mensen die samenleven met huisgenoot met mentale problemen. [Artikel in PDF toegevoegd] Your browser does not support viewing inline PDFs. Click here to view the PDF.
0 Comments
Aylin Koksal Fien Van Liedekerke interviewden me voor Knack omtrent de impact van sport en beweging op het mentale welzijn.
Originele bron: https://weekend.knack.be/human-interest/meer-endorfines-maar-ook-meer-gepieker-dit-is-de-impact-van-sport-op-je-mentale-welzijn/ Sport wordt vaak gezien als de heilige graal voor een gezond lichaam en geest. Maar is het werkelijk de one-size-fits-all oplossing voor een beter mentaal welzijn? ‘Je zou het niet verwachten, maar bij piekeraars die slechts af en toe sporten blijven negatieve gedachten net gemakkelijker hangen na een sportsessie.’ Beweeg jij om fitter of slanker te worden, of om je beter in je vel voelen? Het is voor dat laatste dat de Britse actrice Jameela Jamil onlangs haar nieuwe initiatief ‘Move for your mind‘ lanceerde, waarbij beweging niet als straf wordt gezien, maar als therapie. “Weg met die no pain, no gain-onzin. We doen het voor het goede gevoel dat je van sporten krijgt! We focussen ons alleen op ons brein, niet op het lichaam”, klinkt het in een recente aflevering van haar podcast IWeigh. Dat beweging en mentaal welzijn hand in hand gaan, is uiteraard geweten. Die claim krijgt heel wat bijval uit wetenschappelijke hoek: sport zou angstgevoelens en depressie verminderen en het zelfvertrouwen en cognitieve functie bevorderen. Ook wordt sport door therapeuten gezien als belangrijk hulpmiddel voor mensen die worstelen met hun geestelijke gezondheid. Zo pleiten onderzoekers van de Universiteit van Zuid-Australië ervoor dat lichaamsbeweging een belangrijke factor wordt bij de behandeling van depressie: een specifiek onderzoek toont zelfs aan dat fysieke activiteit 1,5 keer effectiever is dan therapie of medicatie. Maar is sporten werkelijk de heilige graal voor wie zijn mentaal welzijn wil verbeteren? Geen oplossing voor piekeraars Sportarts en geneesheer Wilfried Colmonts legt uit wat er op chemisch niveau in je brein en lichaam gebeurt als je gaat sporten. “Je hartslag neemt toe, wat zorgt voor een verhoogde bloedtoevoer naar je hersenen. Hierdoor wordt je brein meer blootgesteld aan zuurstof en voedingsstoffen die gunstig zijn voor je hersengezondheid, zoals proteïnen”, vertelt hij. “Ook je lichaam geeft dan stoffen vrij zoals dopamine en endorfine, die beschouwd worden als gelukshormonen. Deze feel-good stoffen helpen je brein bij het afvoeren van stoffen die je gestrest en angstig laten voelen.” Wil dat zeggen dat sporters over het algemeen gelukkiger zijn, dan mensen die zelden aan lichaamsbeweging doen? “Niet zo snel”, zegt professor Marie-Anne Vanderhasselt van de UGent. In een recent experimenteel onderzoek heeft ze onderzocht of sport piekergedachten kan verlichten. De resultaten zijn op z’n minst fascinerend: “Je zou het niet verwachten maar bij piekeraars die slechts af en toe sporten, blijven veel meer negatieve gedachten na de sportsessie hangen,” vertelt ze. “Een enkele keer of een paar keer sporten is voor piekeraars niet zo interessant: je zou regelmatig moeten bewegen om sneller en gemakkelijker van je stress af te komen.” Hoe komt dat? “Als je gaat sporten, activeer je je stresssysteem: je ademt sneller, gaat zweten, je hart klopt ook sneller. Je drukt in feite het spreekwoordelijke ‘gaspedaal’ dus in. Wanneer je klaar bent met sporten, kom je tot rust en druk je je ‘rempedaal’ in. Daar dient de nervus vagus voor: dat is een lange zenuw in het hele lichaam, die je brein verbindt met de rest van je lichaam”, vertelt Vanderhasselt. “Mensen die regelmatig sporten, hebben een getrainde nervus vagus en kunnen sneller op het rempedaal indrukken dan wie niet zo vaak traint. Regelmatig bewegen is dus de boodschap.” De schaduwzijde van Strava Het is ook belangrijk is dat je gaat sporten om de juiste redenen. Volgens sportpsycholoog Cedric Arijs, die mensen begeleidt die psychologische druk ervaren, ontstaat er veel stress wanneer je bijvoorbeeld gaat sporten om slanker of fitter te worden. “De laatste jaren is die druk sterk toegenomen.” Arijs gelooft dat dat verschillende oorzaken heeft. “De prestatiemaatschappij speelt zeker een rol. We vergelijken onszelf maar al te vaak met professionele atleten die hun brood verdienen met hun fysieke vaardigheden. Maar de meesten onder ons hebben fulltime banen, gezinnen en andere verantwoordelijkheden: het is dus onrealistisch om onszelf met deze topsporters te vergelijken.’ Ook sociale media en de overvloed aan fitness-apps dragen bij aan deze angst. ‘Het is niet te ontkennen dat we onszelf vaak vergelijken met anderen via deze apps en tools. Neem bijvoorbeeld Strava. Hoewel het enorm motiverend kan zijn en een gevoel van gemeenschap kan creëren, kan het ook stress veroorzaken omdat we (on)bewust er constant naar streven om sneller te rennen en beter te presteren”, vertelt de sportpsycholoog. “Los daarvan tonen studies aan dat wie enkel beweegt om slanker of fitter te worden op lange termijn net veel minder sport.” Strakzittende lycra-kleding In de podcast IWeigh bespreekt activiste en acteur Jameela Jamil dat de fitness community en sociale media ook toxisch kunnen zijn voor wie worstelt met zijn lichaamsbeeld. “Heb je al stilgestaan bij de fitnesskleding die vrouwen krijgen aangeboden? Het zijn bijna altijd stoffen die heel strak zitten, of gecropte bovenstukken die je lichaam en onzekerheden nog meer in de kijker zetten. Ik kan me voorstellen dat dat een trigger kan zijn voor wie daar moeilijk mee heeft. Dat neemt net alle plezier van sport weg.” Dat blijkt ook uit een enquête van The Gym Group onder 3.000 Britse deelnemers: 53% van de vrouwen durven niet te sporten uit angst om lycra-kleding te moeten dragen. Bovendien voelt 43% zich onzeker over het uiterlijk tijdens het sporten. 10.000 stappen per dag Een andere mentale belemmering is dat veel richtlijnen bestaan wat sport betreft: denk aan de 10.000 stappen per dag, een concept dat dateert uit de jaren 1960. Toen lanceerde een Japans bedrijf een van de eerste stappentellers genaamd Manpo-Kei, dat zich vrij vertaalt naar ‘10.000 stappen meter’. Al is het niet duidelijk waarom ze specifiek het nummer 10.000 kozen, wellicht klonk het destijds pakkend en werd het gezien als een ambitieus doel. In de loop der jaren werd dit nummer omarmd als richtlijn en groeide het uit tot de gouden regel voor wie een goede gezondheid wil hebben. “Vanuit wetenschappelijk oogpunt is het logisch dat men met richtlijnen komt aandraven. Hun onderzoek moet een praktische vertaling kennen”, vertelt Arijs. “Maar vanuit psychologisch oogpunt zijn al die richtlijnen gewoon extra informatie waar we cognitief rekening mee moeten houden. Het leidt ons weg van het lichamelijk ervaren dat voor ons persoonlijk aangenaam aanvoelt. Het wordt ‘Ik moet nog 2.000 stappen halen’ in plaats van ‘Even mijn benen strekken om mij helpen m’n hoofd leeg te maken’.” “Veel mensen ervaren stress, teleurstelling en schaamte omdat ze die cijfers niet kunnen behalen. Het is dus belangrijk om terug te denken aan een moment waarop lichaamsbeweging je oprecht gelukkig maakte. Voor velen zijn dat herinneringen aan de kindertijd, zoals buitenspelen”, vertelt Arijs. Wellicht is het herontdekken van die speelse beginner-mindset the way to go: zodat je niet alleen de lichamelijke, maar ook mentale voordelen kunt halen uit beweging. Door Pieter-Jan Calcoen
Toen Mark van Bommel zondagmiddag na het 1-1-gelijkspel tegen Union de kleedkamer binnenstapte, stelde hij vast dat er tranen vloeiden bij verschillende spelers. Jelle Bataille stond dan weer de journalisten te woorden met trillende lippen - zo onderstoven was hij van wat zich net op de Bosuil had afgespeeld. Om maar te zeggen hoe groot de ontgoocheling was bij de Great Old. En da’s perfect te begrijpen - Antwerp stond op tien minuten van een historische dubbel -, maar tegelijk heeft het nog steeds als enige alles in eigen handen. Winnen op Genk en Antwerp is kampioen. In zijn nabespreking legde Van Bommel daar de nadruk op. “Er is nog een herkansing”, vertelde hij zijn spelers. “Die had ik in 2010 niet toen ik met Nederland de WK-finale verloor van Spanje. Ook al wordt het nu moeilijker, we kunnen het nog afmaken. Ik weet niet of de jongens me gehoord hebben…” Van Bommel probeerde zijn spelers dus meteen op te peppen, goed beseffend dat hij in de Cegeka Arena elf strijders nodig zal hebben om alsnog de titel te pakken - een punt zal wellicht niet volstaan. Maar is het überhaupt mogelijk om op één week tijd de knop om te draaien? “Wel als Antwerp vóór Union goed gewerkt heeft”, aldus sportpsycholoog Cedric Arijs. “Toen mocht niet uitsluitend de nadruk gelegd worden op het droomscenario - namelijk winst en een groot feest -, maar ook op de eventuele desillusie.” Volgens onze informatie is dat daadwerkelijk gebeurd in Deurne Noord. Dat bleek ook uit de interviews: geen enkele speler wilde het vel van de beer al verkopen. Uit zelfbescherming, maar evengoed uit realisme, want Union kloppen: doe het maar. Arijs vindt het positief dat de staf van Antwerp toegelaten heeft dat er in de vestiaire gehuild werd. “Vergelijk het met een fysieke cooling-down - dat is cruciaal om je spieren te laten herstellen. Emotioneel is dat net hetzelfde. Je mag dat niet onderdrukken, het is net nodig. Het is menselijk. Mocht je dat tegengaan, dan riskeert dat zich te wreken in de volgende wedstrijd. Dan kan er net nog meer spanning of druk zijn, terwijl je dat net wil vermijden. Het zal vanuit zichzelf al stresserend genoeg zijn.” “Het is nu zaak om de speler individueel aan te pakken”, aldus de sportpsycholoog. “Iedereen heeft nood aan een andere benadering. Maar voetbal is uiteraard in eerste instantie een teamsport. En dus moet Antwerp ook aan het collectief aandacht aan besteden. Bij die analyse is het belangrijk dat men abstractie maakt van het resultaat tegen Union. De prestatie an sich is ook van tel. Was het voetbal dat Antwerp bracht zoals ze wilden? Was de vechtlust aanwezig? Zijn er werkpunten? Daar kun je concreet mee aan de slag richting de volgende match.” Van Bommel was op dat gebied positief: “Ik kan de jongens niks verwijten. Ze hebben de discipline getoond om het plan uit te voeren. Onze ideeën waren goed. Behalve bij het tegendoelpunt - dat was zelfs geen kans, maar dat maakte niet uit - hebben we geen fouten gemaakt.” Ook de RAFC-coach zelf niet? Er was achteraf commotie over de wissel van Vincent Janssen. Hij moest met een pijntje naar de kant, maar Van Bommel bracht in zijn plek geen aanvaller, wel middenvelder Mandela Keita. Was dat louter een zet om de voorsprong te consolideren? En was dat wel verstandig? Van Bommel was het niet eens met die bedenking: “We zijn wel op zoek gegaan naar de 2-0. Het is trouwens niet zo dat het tegen een man minder automatisch makkelijker wordt. Het is soms zelfs moeilijker, want de tegenstander gaat anders voetballen.” Het moet gezegd: ook bij Van Bommel was het duidelijk zichtbaar dat hij een klap had gekregen. Dat wilde hij ook niet verbergen - “Het is lastiger dan vorige week, toen we na de dreun op Club alsnog goed nieuws kregen door het gelijkspel tussen Union en Genk” -, maar volgens Arijs is het niet nodig om nu plots te gaan doemdenken. “Als op voorhand de juiste dingen gedaan zijn, is het voor Antwerp perfect mogelijk om tegen Genk op te staan - ze hebben er de spelers en het niveau voor. Ik verwacht dat de batterijen opgeladen zullen zijn.” Het wordt deze week sowieso de boodschap van Van Bommel richting zijn spelersgroep: de landstitel ligt nog altijd binnen handbereik. Al is er in vergelijking met de eerste matchbal wel een groot verschil: lukt het tegen Genk niet, dan is het onherroepelijk voorbij. Er is geen tweede kans meer… Het Nieuwsblad (Tommy Huygebaert) interviewde me naar aanleiding van de wereldtitel van Luca Brecel in het snooker.
Geen echte sport maar een doorrookt caféspel, bovendien bijna alleen door dronken Britten gespeeld. Dat waren voor dit WK zowat de meest gehoorde commentaren van criticasters als het over snooker ging. Al lijkt Luca Brecel (28) met zijn wereldtitel dat tij eigenhandig te keren. Vlaanderen viel de laatste dagen massaal voor de sport met de keu en de 22 ballen in verschillende kleuren. Weinig mensen die maandagavond niet met hun gedachten in de magische snookertempel The Crucible in Sheffield zaten of die daags na de gewonnen finale het belang van de wereldtitel nog onderschatten. “Brecel leverde een waanzinnige en historische prestatie. Voor het Belgische snooker maar ook voor de Belgische sport in het algemeen”, zegt voormalig professioneel snookerspeler en huidig snookercommentator Bjorn Haneveer. The Belgian Bullet, de Belgische kogel, is de eerste Europeaan van het vasteland die zich tot wereldkampioen snooker kroont. Tot nu was het de Angelsaksische wereld die de sport domineert. Het grootste gevaar voor hun alleenheerschappij komt de laatste jaren bovendien vooral uit China. , “Hier in België en in grote delen van Europa behandelen ze snooker al jaren stiefmoederlijkzegt Rupert Wittebols (65), bestuurslid en penningmeester van de Vlaamse Snookerfederatie. “De sport boomde wel in de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw, maar deemsterde daarna volledig weg. De televisiewereld toonde weinig tot geen aandacht, de snookerzalen overal te lande verdwenen en de overheid draaide de subsidiëringskraan dicht. Daardoor kon de jeugdwerking niet goed georganiseerd worden. Probeer dan maar eens talent te ontdekken. Maar kijk, heel af en toe komt ondanks alles toch iemand als Luca Brecel bovendrijven. Dat maakt deze prestatie nog meer historisch.” Mentale druk Als er vooral een ding door iedereen wordt bewonderd van Brecel, dan wel dat hij de afgelopen 17 dagen bleef presteren onder ongelooflijke mentale druk. In de slotsessie van de finale moest Brecel 50 minuten lang toekijken hoe zijn tegenstander Selby spelletje na spelletje won en zijn achterstand herleidde van 10–16 tot 15–16. “Die stoel waar je dan op zit als speler, voelt aan als een elektrische stoel. Daar wil niemand opzitten”, omschrijft Raymond Ceulemans het. Mister 100 werd in het biljarten 35 keer wereldkampioen, 48 keer Europees kampioen en 61 keer kampioen van België. “Snooker is inderdaad een slopend wachtspel”, bevestigt sportpsycholoog Cedric Arijs. “Je moet lang wachten tot je aan de beurt komt, continu je plannen bijstellen door de acties van je tegenstander en je moet lijdzaam toekijken als je zelf niet aan zet bent. Het is een kwestie van als speler je focus vast te houden en je te beheersen als jij wel kunt spelen. Dan moet je er het maximale uithalen. Geen gemakkelijke opdracht, zeker niet met al die camera’s die nog eens op je ingezoomd staan. Dat ze elk detail, elke frons, in detail filmen, kan serieus in het kopje kruipen.” Volgens de kenners slaat dat onbewust op je handen en je keu of ga je foute beslissingen nemen. Het is niet alleen de psychologische spelletjes van de tegenstander die snooker zo zwaar maakt, het is ook de hyperfocus die je moet behouden. “Een fietser zit op een fiets en moet gewoon zorgen dat hij als eerste aankomt. Dat is zo hard rijden als je kunt. Na een snookermatch ben je echter geestelijk kapot, het voelt dan aan alsof je honderden studieboeken hebt van buiten geleerd”, zegt Wittebols. “Het is ook schaken met ballen. Je moet continu drie à vier stappen verder durven denken. Maken dat je witte bal niet te goed ligt voor de tegenstander als je niet kunt potten en dat de witte bal wel goed ligt als je aan de beurt blijft.” Wittebols maakt de druk er niet minder op. “Nu begint het echte professionele werk, de verwachtingen zijn hoog. Zeker omdat Brecel van de nieuwe generatie is. Ik zag nog nooit iemand zo aanvallend spelen in de finale. Luca kan de meer defensieve snookersport helpen veranderen.” Voor de jaarlijkse campagne van Gezond Sporten die dit jaar in het teken staat van depressie en topsport & depressie en beweging mocht ik met hen samenwerken om heel wat content te ontwikkelen:
Depressie & topsport:
Rol van beweging in de preventie en behandeling van depressie:
Het magazine van Helan Ziekenfonds vroeg me het oplichterssyndroom of imposter syndrome even toe te lichten. [Artikel in PDF toegevoegd] Your browser does not support viewing inline PDFs. Click here to view the PDF. Het Nieuwsblad (Tommy Huyghebaert) vroeg mijn mening of het geven van de overwinning van Van Aert aan Laporte in Gent-Wevelgem nu eerder galant of gênant was.
Om mensen te helpen hun gezonde voornemens waar te maken vroeg Sporza me tips te geven om sportieve plannen in het nieuwe jaar waar te maken.
Originele link: https://sporza.be/nl/2023/01/11/maak-je-sportieve-goede-voornemens-in-2023-eindelijk-echt-waar-met-deze-5-tips~1673424745441/ Maak je sportieve goede voornemens in 2023 eindelijk echt waar met deze 5 tips Sportbuddy's helpen om vol te houden Een nieuw jaar, een nieuwe poging om te beginnen sporten? Goed zo! Maar al te vaak stranden de goede voornemens nog voor de eerste maand van het jaar erop zit. Toch kan ook jij je sportieve ambities wel degelijk waarmaken. Je moet alleen deze vijf tips in het achterhoofd houden. Deze vijf vuistregels lijken misschien voor de hand te liggen, maar overenthousiaste starters durven ze al eens onder de mat te vegen. Toch is het belangrijk ze zo lang mogelijk na te leven. Voor je het weet heb je je basisconditie te pakken en ben je vertrokken voor een leven lang sporten. Bewegingspsycholoog Cedric Arijs geeft na elke tip nog een extra inzicht mee, dat je kan helpen om vol te houden. 1. Zoek een sportbuddy Als je niet graag alleen sport, zoek je best een vriend, collega of familielid om samen te sporten. Dat is leuker en zal jullie beiden motiveren, bijvoorbeeld om bij slecht weer toch te gaan trainen. Zoek wel buddy's van ongeveer hetzelfde niveau. Zo krijg je niet het gevoel elkaar af te remmen. Wie begint met sporten, zal de eerste weken wat afzien, dat hoort er nu eenmaal bij. Sociaal contact leidt af van de inspanning en doet de tijd sneller voorbij gaan. Zeker als je sport met mensen waarbij je jezelf kan zijn. Denk na wat jouw uitvluchten zullen zijn en laat je sportmaatjes weten hoe ze je kunnen overtuigen om toch mee te gaan Cedric Arijs, bewegingspsycholoog 2. Hoe concreter, hoe beter Beginnen met sporten, dat klinkt natuurlijk wat vaag. Wil je drie keer per week een wandeling van een half uur maken? Elke zondag gaan fietsen? Of eind april de 10 Miles lopen? Hoe beter je je doel aflijnt, hoe makkelijker het is om ernaartoe te werken. Maak ook elke training concreet. Bijvoorbeeld: morgen voor het avondeten ga ik een kwartier lopen. Bereid je daarbij al voor op onvoorziene omstandigheden: leg een regenjasje klaar om je niet te laten afremmen door mogelijk slecht weer. Mensen staren zich te vaak blind op hun einddoel, de spreekwoordelijke piek van de berg. Maar klimmers weten allemaal dat je niet gewoon naar de top springt. Plan je route zorgvuldig Cedric Arijs, bewegingspsycholoog 3. Begin rustig en bouw je activiteiten geleidelijk op Heb je een concreet doel gekozen? Dan kan je aan de slag. Wie lang niet gesport heeft, is vaak te enthousiast en te overhaast. Rustig starten is beter. Liever te traag dan te snel. Zo begin je optimaal en vooral veilig met sporten. Als je focust op afstand of snelheid en amper op de signalen van je lichaam let, is de kans op blessures groot. Geef je lichaam de tijd zich aan te passen aan het actievere leven. Denk op lange termijn en leg haalbare tussendoelen vast. Verwacht dus niet dat je meteen 10 kilometer kan lopen, maar ga eerst voor één kilometer en bouw daarna op naar 3 km, dan naar 5 km, enz. Als bewegingswetenschapper ben ik niet onder de indruk van snelle resultaten, maar wel van mensen die hun beweegplannen op de lange termijn volhouden Cedric Arijs, bewegingspsycholoog 4. Zorg dat je niet buiten adem geraakt Als je in ademnood komt, train je intensiever dan nodig is om je conditie en uithouding op te bouwen. Zelfs geoefende atleten trainen vaak zonder op hun adem te trappen. Zorg er tijdens je activiteit voor dat je nog kan praten. Heb je na de training het gevoel dat je nog wat langer had kunnen doorgaan? Dan weet je zeker dat je niet over je grenzen bent gegaan. En wat dan met het credo “no pain, no gain”? Vergeet dat. Pijn of uitputting kan stoer lijken, maar je schiet er niets mee op. Integendeel, het zal jou als starter al gauw demotiveren. Wil je je sport volhouden, dan moet het vooral leuk en haalbaar blijven. No pain, no gain? Ik spreek liever van “no brain, no gain”. Hou je hoofd erbij, evalueer en pas aan naar de noden van jouw lichaam Cedric Arijs, bewegingspsycholoog 5. Hou je activiteiten bij Dat kan in een schriftje zijn, een excelbestand, je digitale agenda of een trainingsapp. Noteer na elke activiteit de datum, de afstand, de duur, je gevoel, eventuele indrukken van vermoeidheid of pijn, de weersomstandigheden… Aan de hand van je dagboek kan je je vorderingen monitoren en trots terugblikken op al die geleverde trainingsarbeid. Dat helpt je om door te zetten. Bovendien is het nuttig om samen met je coach of arts eventuele problemen te documenteren en indien nodig je trainingsplan aan te passen. Noteer zeker ook wat er goed ging. Zo kijk je niet enkel naar het negatieve, maar leer je ook je sterktes kennen Cedric Arijs, bewegingspsycholoog Helan Ziekenfonds interviewde me omtrent het belang van mildheid, jezelf aanvaarden en jezelf graag zien naar aanleiding van hun nieuwe campagne.
|
In DE MediaAf en toe word ik gevraagd mijn opinie te geven of een gebeurtenis toe te lichten vanuit mijn expertises. Topics
All
ARCHIEF
October 2025
|
PRAKTIJK VOOR ONBEPAALDE TIJD GESLOTEN
|
CONTACT INFOMAIL: [email protected]
TEL.: +32(0)496/34 73 80 (laat zeker een voicemail na) Inschrijven op de nieuwsbrief |
RSS Feed