Media
Het Nieuwsblad (Kim Clemens) interviewde me omtrent de psychologie van extreme sporters naar aanleiding van een wingsuit piloot die het leven liet tijdens het beoefenen van zijn sport.
Alweer heeft een ervaren basejumper zijn passie met zijn leven moeten bekopen. Amerikaan Dean Potter (43) vloog met zijn wingsuit te dicht bij een rots en viel. En toch zullen andere extreme sporters als een moderne Icarus de sprong blijven wagen. Niet omdat ze willen sterven. ‘Maar omdat we ten volle willen leven.’ Het was zijn grootste angst sinds een droom uit zijn kindertijd: sterven door een val. Toch trok klimlegende en basejumper Dean Potter vorig weekend naar een rots in het Nationaal Park Yosemite, samen met een vriend. De twee mannen zouden hun laatste stunt met een wingsuit- een soort vliegpak- niet meer kunnen navertellen. Vorig jaar alleen al maakten vijf andere ervaren basejumpers een dodelijke val. ‘Het doet je toch even stilstaan bij je eigen sterfelijkheid’, zegt de Belgische professioneel basejumper Cedric Dumont, net even oud als Potter. ‘We hebben een paar keer samen gesprongen. Ik vind het merkwaardig dat hij zo’n groot risico heeft genomen, want hij kende de gevaren maar al te goed. Twee zomers geleden waren er op één week tijd tien doden bij het basejumpen. Toen zei hij al dat het misschien tijd was om te stoppen.’ Geen zelfmoordmissie Potter stopte niet. Integendeel. De dodelijke slachtoffers vielen allemaal tijdens het zogeheten proximity flying, ofwel erg dicht tegen de wand van een berg vliegen, zodat zelfs een parachute niet meer kan baten als er iets mis loopt. ‘Met een aantal hebben we na die ongelukken beslist dat niet meer te doen. We wilden terug meer fun in de sport steken, niet alleen show en spektakel. Zo’n sprong mag geen zelfmoordmissie zijn. Ik wil niet elke keer het gevoel hebben dat ik dood kan gaan. Het is ook geen goed voorbeeld om als ambassadeur van de sport naar beginners toe te geven.’ Alles wijst erop dat Potter vorig weekend wél zo’n dichte vlucht probeerde te maken. Adrenalinejunkies Het doet de doorsnee avonturier, voor wie een enkele keer bungeespringen al spannend genoeg is, toch even in de haren krabben. Wat drijft die extreme sporters om elke keer een stapje verder te gaan, een stapje dichter naar het gevaar. Er is de sociologische verklaring waar sommige onderzoekers bij zweren. Dat de gevaarlijke sporten populair zijn omdat we in tijden zonder oorlog leven. Er is geen dagelijks gevaar, we moeten niet elke dag worstelen om te overleven. En dus zoeken sommigen elders een uitdaging die hun leven op het spel zet. Jan met de pet heeft een andere verklaring: het zijn allemaal geflipte adrenalinejunkies. Dat beeld is helemaal fout, zegt sportpsycholoog Cedric Arijs. Hij deed onderzoek naar de motivatie van de waaghalzen. ‘Het gaan voor de kick, dat is de drijfveer van degenen die het eens één keer gaan proberen. Maar voor de professionals die hun discipline helemaal willen beheersen, spelen andere factoren mee.’ Zoals net die beheersing. ‘Eigenlijk draait het erom zo goed mogelijk met de natuurelementen samen te werken. Dat is voor hen de top die ze kunnen bereiken. Maar om daar te geraken moeten ze wel elke keer een klein stapje buiten hun comfortzone gaan. Hun angst overstijgen. Zo vreemd is dat overigens niet. Tegenwoordig wil iedereen ook de twintig kilometer van Brussel lopen in plaats van gewoon een tochtje van vijf kilometer. Een gewone prestatie is niet cool meer. Iedereen mikt op meer.’ Van Da Vinci tot Baumgartner En dan is er nog die eeuwenoude menselijke droom: kunnen vliegen. ‘Het inspireerde al grote denkers als Da Vinci, logisch dus, dat men er vandaag nog steeds voor wil gaan. Sommigen beschouwen zichzelf als pioniers, die de vliegkunst willen laten evolueren. Denk maar aan Felix Baumgartner, die de grenzen weer wat heeft verlegd. Ze nemen de risico’s er graag bij. Net zoals ook de commerciële luchtvaart er is gekomen dankzij een bende gekken die met een zweefvliegtuig van een berg afliepen. Maar de allerbelangrijkste motivator blijft toch dat het hun passie is. Ze zijn niet verslaafd aan adrenaline, maar wel aan de ervaring. Voor hen is het dé manier om ten volle in het moment te leven.’ Dat is ook de drijfveer van Cedric Dumont. ‘Ik heb 2.400 basejumps achter de rug en 11.000 vliegtuigsprongen. Ik was één van de pioniers van het basejumpen met een wingsuit. En nog steeds blijft die vrijheid die je al vliegend voelt overdonderend’, zegt hij. ‘Ik waan me niet onsterfelijk. En nog elke keer voel ik angst. Dat is ook cruciaal, het maakt je bewust van je omgeving en zorgt dat je de juiste keuzes maakt. Onze sport kreeg een slechte reputatie. Wereldwijd zijn er maar 300 à 400 mensen die basejumpen met een wingsuit. Maar als je het op een goeie manier doet, is het helemaal niet zo gevaarlijk. Helaas onderschatten sommigen de technische vaardigheden die je nodig hebt om zo’n vlucht tot een goed einde te brengen.’ Magisch leven Toch heeft hij dat constante verleggen van zijn grenzen achter zich gelaten. ‘Drie jaar geleden werd ik papa van een zoon. Dan denk je toch na over de risico’s. Als ik nu kijk naar mijn oude filmpjes krijg ik zelf schrik.’ (lacht) ‘Voor mij is het belangrijkste dat ik me amuseer. Van vliegen over een mooie plek, zoals onlangs nog over de piramides kan ik echt genieten. En zolang ik het tof vind, blijf ik doorgaan. Iedereen gaat ooit dood. Je kan je afvragen wat beter is: een magisch leven als dat van Dean of zestig jaar achter een bureau zitten.’
0 Comments
|
In DE MediaAf en toe word ik gevraagd mijn opinie te geven of een gebeurtenis toe te lichten vanuit mijn expertises. Topics
All
ARCHIEF
November 2024
|
LOCATIES:
|
CONTACT INFO- Boek een afspraak -
MAIL: [email protected] TEL.: +32(0)496/34 73 80 (laat zeker een voicemail na) Inschrijven op de nieuwsbrief |